1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 21
RUIMTEVAART
9
van grotere capaciteit, die in de Pioneer-maanraketten zijn ingebouwd. Het beeld dat men zich thans voorstelt van de stralingsgordels rond de aarde toont fig. 6. Men noemt de stralingsgordels wel „van Allenstralingsgordels" naar de Amerikaanse hoogleraar die de instrumentatie der satellieten verzorgde (State University of lowa). De onderste stralingsgordel strekt zich uit van ca 2500—5500 km; zij bezit een grote intensiteit. Voor het inwendige van de Explorer-satellieten bedroeg zij ca 60 millirontgen per uur; voor de mens is slechts toelaatbaar 100 a 300 millirontgen per week. Voor een verblijf van langere duur is daarom een afscherming noodzakelijk. De bovenste stralingsgordel
Fig. 6: De stralingsgordels om de aarde (schematisch). strekt zich uit van 13000—19000 km hoogte; zij bezit een aanzienlijk geringere intensiteit. Over de deeltjes waaruit de straling bestaat, heeft men nog geen absolute zekerheid (onderste gordel: protonen, bovenste gorgel: electronen?). De gordels worden gevormd doordat de deeltjes worden gevangen door het aardmagnetisch veld; dit volgt b.v. uit het feit dat de gordels hun maximale intensiteit en dikte hebben nabij de evenaar en naar de polen toe in sterkte afnemen. Teneinde de hypothesen, die over de oorsprong van de stralings-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 304 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 304 Pagina's