1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 117
DE MENS ALS EMBRYO: ANTHROPOLOGIE VAN HET BEGIN
93
open voor andere mogehjkheden. Zelfs voor de mogehjkheid: nietmogehjk-zijn. Hier openbaart zich het ten dode zijn van de mens. 2. reeds in bepaalde mogelijkheden geraakt zijn: geworpen zijn. Een voorbeeld vindt men in het erfelijk bepaalde aanleg-zijn tot man, vrouw, pygmee of blanke. Hier openbaart zich het schepsel-zijn van de mens. 3. reeds bepaalde mogelijkheden niet gekozen hebben. In de overstelping van al het niet-gekozene openbaart zich de nietigheid van de mens. 4. gericht zijn. Vanuit het geworpen-zijn (2) is de mens toch vrij-zijn voor het zijnkunnen. Hier openbaart zich het verantwoordelijk-individu-zijn van de mens. Sht Het was mijn bedoeling U te laten zien, hoe zich een anthropologie heeft ontwikkeld, die, zij het stotterend en hakkelend, zich van de menselijke eigenaard rekening geeft. De vroege ontwikkeling van de mens komt erdoor in een merkwaardig licht te staan. Zowel van biologische, medische als philosophische zijde worden bijdragen geleverd. Vooral van philosophische zijde kwam de laatste jaren via de phaenomenologie een stroom van bijdragen van de anthropologie. Men vergat echter te vaak, dat hij, die zulke fundamentele dingen betreffende het „Dasein" van de mens naar voren heeft gebracht, nl. Heidegger, geen anthropologie heeft geschreven, maar een ontologie. De anthropologie heeft haar eigen taak en zal haar eigen begrippen moeten vormen. Dat de anthropologie tenslotte toch in de ontologie rust, blijkt uit het feit, dat mogelijk-zijn, „die ursprünglichste und letzte positive ontologische Bestimmtheit des Daseins" (Heidegger), ook in de anthropologie van het begin een basale plaats heeft gekregen. Tevens moge deze uiteenzetting getuigen van het feit, dat biologen niet het laatste woord hebben ten aanzien van problemen die de mens in zijn wording betreffen. Door zonder meer de mens onder de dieren te rangschikken, treedt een zo grote verwarring op, dat de vraag naar de evolutie van de mens reeds bij voorbaat is beantwoord. Een antwoord dat, opgekomen uit een onjuiste onderstelling, ook tot onjuiste en verwarring-stichtende conclusies moet leiden, hoe voorzichtig en zorgvuldig zij ook worden geformuleerd. Aangezien echter het biologisch phenomeen evolutie in het geheel niet éénduidig is omschreven en grotendeels op onderstellingen berust (Hommes 1959), mag dit
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 304 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 304 Pagina's