1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 76
56
K. H. VOOUS
nooit iets willen weten. Niettemin moet hij talloze verschijnselen van geographische soortvorming bij vogels, vlinders en kevers voor zich hebben gezien. Om de geit en de kool te sparen, nl. tegemoet te komen enerzijds aan zijn theologische overtuiging en anderzijds aan de consequenties van zijn zoölogische onderzoekingen, heeft hij zich in allerlei theoretische bochten moeten wringen, waarover hij ook nog zeer uitvoerig heeft uitgeweid en waarbij hij zich onder meer beroepen heeft op de genialiteit van Kant, door Kant's absolute categorie van „Realgattung" gelijk te stellen met zijn eigen begrip van „Formenkreis" (wij zouden thans zeggen: soort), die onvermeerderbaar is, waarnaast hij de „Nominalgattung" of „Namenkreis" stelde, die wel vermeerderbaar zou zijn. Deze duistere en inconseqente beschouwingen, die tot veel polemieken aanleiding hebben gegeven, hebben hem de sympathie van de meeste zijner vakgenoten gekost. Ook de bovengenoemde Pater Borgmeier kon zich, ondanks zijn gelijkgericht streven, niet met Kleinschmidt's gedachtengangen verenigen. Want, hetzij theologie, hetzij biologie, ver gezocht en onaanvaardbaar is Kleinschmidt's uitspraak: „Die Hervorbringung der Geschöpfe erfolgt nach der Bibel in doppelter Weise. Die Erde produziert die Gattung (Adam van Adamah = Erde). Die Gattung produziert sich selbst weiter (Eva und ihre Kinder). Die naturwissenschaftlichen Begriffe Schöpfung und Abstammung, Realgattung und Rasse bis zum Einzelwesen können hieran überraschend leicht deutlich gemacht werden" (I.e., p. 153-154). Thans moet ik mij haasten vast te stellen, wat overigens reeds lang uit mijn beschouwing bleek, dat geen beoefenaar der exacte wetenschappen aan de valkuil der zelfkritiek ontkomt. Of, om het in een ander beeld uit te drukken: alle natuurwetenschappen zijn op het zand van de zelfkritiek gebouwd. Zelfs wanneer een zo kundig en bescheiden bioloog als David Lack van het Edward Grey Institute of Field Ornithology te Oxford, in zijn uiterst belangwekkend boek „Evolutionary theory and Ghristian belief" (Londen, 1957) tracht de christelijke wereldbeschouwing in hetzelfde vlak te confronteren met de evolutie-theorie, ontkomt hij niet aan een onderschatting van de christelijke wereldbeschouwing en aan een miskenning van de christelijke levensbeschouwing. Lack heeft op de laatste bladzijde, gewild of ongewild, zijn keus gemaakt, wanneer hij zegt: „If we follow humbly wherever Nature leads, we must acknowledge that the essence of human nature remains as mysterious and exciting as before" (p. 116). Want, om de mens te leren kennen, moeten wij door iets anders, door
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 304 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 304 Pagina's