GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 56

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

40

CONFERENTIE OVER „GELOOF EN NATUURWETENSCHAP"

voor een buitennatuurkundig gebied Immers wat wij onder „kennis" verstaan is steeds kennis van een object door een subject Als echter de grens tussen object en subject met eens voor altijd getrokken kan worden, maar afhankelijk is van onze experimentele opstelling, is ook de grens tussen „weten" en „met-weten" niet „objectief" Een van het subject onafhankelijk, met-gestoord, object is een fictie, het bestaat met In de quantummechamca is het experimentele gegeven van de dualiteit golf-deeltje verwerkt Zij leidt tot een van de belangrijkste ideeën van de KD, namelijk de komplementariteit De komplementariteit betekent dat men aan een natuurkundige entiteit niet tegelijk de eigenschappen mag toekennen, die m de afzonderlijke waarnemingen voor de dag treden Zo bezit een elektron niet tegelijk een bepaalde plaats en een bepaalde impuls Daardoor hebben begrippen uit de klassieke mechanica zoals plaats, impuls, energie, tijdsduur, slechts een beperkt aanwendingsgebied, de toepasbaarheid van het ene begrip vindt haar begrenzing door die van het andere begrip De KD zegt dat men datgene, wat men met weet, m principe altijd te weten kan komen, zodra men maar wil Men moet dan echter tegelijk afzien van de ermee corresponderende komplementaire kennis De grens tussen „weten" en „met-weten" is dus met iets objectiefs, men kan haar vrijwel naar eigen wil trekken, maar men kan haar met opheffen Voor het meten van een bepaalde grootheid heeft men namelijk een bepaalde opstelling nodig Als men daarna een komplementaire grootheid wil meten, moet men een andere opstelling gebruiken, dit betekent omstandigheden maken, die afwijken van die van het eerste experiment Deze nieuwe omstandigheden verstoren de voorwaarden, waaronder de eerstgemeten grootheid een bepaalde waarde kon hebben Men zou kunnen tegenwerpen „Zolang men met waarneemt, heeft de entiteit an sich wel de eigenschappen van plaats en van impuls" Maar dan zou men voor de waarschijnlijkheid van beide grootheden gezamenlijk het produkt hunner afzonderlijke waarschijnlijkheden kunnen gebruiken Dit IS echter in strijd met de interferentie der waarschijnlijkheden van de quantummechamca Het bewustzijn is dus niet geïsoleerd van de wereld, waarop het b e wustzijn werkt, hetgeen een vooronderstelling bij Descartes was Ons bewustzijn, onze wil, onze experimentele opstelling beslist of een elektron de eigenschap i/an een bepaalde plaats bezit dan wel de eigenschap van een bepaalde impuls De KD heeft belangrijke consequenties voor logica en ontologie De scholastische regel „tertium non datur" gaat m de natuurkunde met op Een meerwaardige logica is beter m overeenstemming met de veelheid der mogelijkheden [Prof von Weizsacker heeft zijn mening vroeger *) eens toegelicht aan de zm „De psi-functie geeft de waarschijnlijkheid aan voor elke mogelijke uitslag van ieder mogelijk experiment" In deze zin heeft het eerste „mogelijk" een geheel andere betekenis dan het tweede „mogelijk" Het eerste betreft een „nog met-weten" Het tweede „mogelijk" slaat op onze wil, of wij het experiment al dan niet uitvoeren Aan de geschiedenis van de leer van het licht kan men illustreren hoe denkgewoonten tot een verkeerde conclusie kunnen leiden Ca I H eeuw geleden was het een strijdpunt of licht de eigenschappen van golven dan wel die van deeltjes heeft De proeven van Young en Fresnel hebben aangetoond dat licht de eigenschappen van golven heeft ,,Dus heeft het met de eigenschappen van de deeltjes", dacht men erbij Deze conclusie volgt niet uit de proeven, zij kwam uit het denken zelf voort In *) C F von Weizsacker Zum Weltbild der Physik, Verlag Hirzel, Stuttgart

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 304 Pagina's

1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 56

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 304 Pagina's