1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 201

HOMOSEXUALITEIT

161

invloed bepaald kunnen zijn, vooral wanneer die psychische instelling reeds in de jeugd is bepaald. Dit brengt ons op de volgende theorieën, waarin de homosexualiteit gezien wordt als een eigenschap die in het leven verworven wordt onder psychische invloeden. Daar deze theorieën veel besproken en nogal bekend zijn, wil ik ze hier slechts terloops noemen. ad 2. Zeer in het kort gezegd, zoekt de psychoanalytische opvatting de basis van de homosexualiteit vooral in een gestoorde ontwikkeling. De oplossing van de Oedipus-situatie is hier vooral van belang. Soms ontstaat in plaats van de normale moedei binding een vaderbinding. Naast aanleg spelen hier allerlei factoren en eigenschappen van de ouders een rol. Soms ziet men bij de jongen een identificatie met de moeder optreden. Zo zou een type kunnen ontstaan, dat zich vrouwelijk wil voelen en gedragen, een man die gezellig en kameraadschappelijk met vrouwen kan omgaan en hun gevoelens kan delen, maar die erotisch getrokken wordt tot iemand van het eigen geslacht. Ook is mogelijk een min of meer volledige verwerping van de moeder en daarmee later van alle vrouwen. Zulke mannen kunnen de vrouw niet uitstaan en zoeken uit dien hoofde alleen contact met mannen. Voor de ontwikkeling van de vrouwelijke sexualiteit geldt een dergelijk betoog. Natuurlijk zijn er vele nuances en complicaties van deze problemen, waarop we hier niet dieper ingaan. ad 3. De individualpsychologische opvattingen van Adler en zijn school noem ik hier eveneens slechts terloops. Adler's niet zozeer sexueel als wel maatschappelijk gerichte denkwijze, o.a. over het mannelijk protest, is hierbij van belang. ad 4. Kortheidshalve noem ik hier ook slechts zonder nadere bespreking de anthropologische opvattingen, o.a. van Von Gebsattel. In de homosexualiteit en in alle perversies wordt een omkering, een deformering, gezien. E. Straus spreekt van een „Entwertung", van „Verneinung der Werte". ad 5. Zowel tegen de analytische als tegen de anthropologische denkwijze richt zich Boss in zijn mooi en bekend boek Sinn unci Gehalt der sexuellen Perversionen. In zijn zgn. „Daseinsanalytische" beschouwingen stelt hij op de voorgrond het fenomeen van de liefde. Ook in de perversies is het toch de liefde, die poogt de grenzen te doorbreken en de ander te vinden. De agressie en kwellerij van de sadist is geen doel in zichzelf, maar middel om zichzelf te bevrijden van kluisters, welke het contact met de ander onmogelijk dreigen te maken. Dat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen