GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 193

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

HOMOSEXUALITEIT') door M. ZEEGERS Wanneer wij trachten, iets of iemand te beschrijven, is het wel zaak dat we de essentiële trekken van ons onderwerp naar voren laten komen. Dikwijls echter bestaat de neiging, niet zozeer het essentiële als wel het bijzondere, het opvallende, het buiten de norm vallende, het van onszelf verschillende, als hoofdkenmerk te zien. Een olifant noemen wij een dikhuid, of we vermelden zijn lange slurf, die hem van andere soorten onderscheidt. De neushoorn dankt zijn naam aan een opvallend versiersel op zijn neus. Geleedpotigen worden zo genoemd, daar ze andere ledematen hebben dan anderen. Sprookjesfiguren als Roodkapje, Klein Duimpje, Langnek, krijgen hun naam naar een bijzonderheid, eigenlijk een uiterlijkheid, die ze van anderen doet afsteken. Dat kennen we ook in het dagelijks leven. Het is een bruikbare manier om iemand aan te duiden als de lange, de rooie, de dikke, de neus of dgl. Dergelijke benamingen zijn begrijpelijk en geschikt om iemand van anderen te onderscheiden. Wij weten echter wel, dat ze niet het wezen van iemand weergeven. Roodkapje was niet een muts, maar een heel lief meisje, dat net zulke menselijke gevoelens, angsten en neigingen had als wij allemaal. Bij de beschrijving van ziektebeelden bestaat vaak de neiging, ook datgene als kenmerken van de patiënt op te sommen, wat hem van ons onderscheidt. „Hier ligt een maagzweer", zegt de arts. Hij wijst op een man in bed, een man met ogen, neus en mond net als wij, met een hart, longen, armen en benen net als wij, een man met een betrekking, met een gezin, met familie en vrienden net als wij. Dat alles wordt niet genoemd. Er ligt een maagzweer; dat éne plekje van die mens dat anders is dan bij ons, dat definieert hem in bepaalde omstandigheden. Het hoeft niet zoveel consequenties te hebben: de dokter wenst de maagzweer toch goeden morgen, en hij wenst de galblaas in het bed ernaast geluk, omdat zijn vrouw vandaag jarig is. Toch begrijpen we, dat er gevaar bestaat, wanneer de geneeskundige alleen zweren, galblazen, ogen of harten behandelen zou. De goede ^) Referaat voor de vergadering van de Chr. Vereniging van Natuuren Geneeskundigen op 21 mei 1960 te Utrecht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 304 Pagina's

1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 193

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 304 Pagina's