GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 194

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

154

M. ZEEGERS

arts ziet dat terdege in, maar een gevaar is er. Hoeveel te meer geldt dat voor psychiatrische ziektebeelden. Wat begrijpen we weinig van de zieke, wanneer wij alleen letten op wat hem van ons onderscheidt. Depressie dubbele punt: negatieve gevoelstoon, remming, zelfbeschuldigingen, kleinheidswaan, zelfmoordneiging. Dat is een opsomming van wat bij de depressieve mens anders is dan bij ons. Maar wat zegt dat ons weinig over de wijze, waarop deze mens in de wereld staat, over het verband tussen zijn belevingen en de onze. Het is kenmerkend voor de moderne psychiatrie, dat getracht wordt, ook het algemeen-menselijke aspect van de stoornissen te zien. In ons land heeft mijn leermeester van der Horst een zeer belangrijke bijdrage tot deze ontwikkeling gegeven. Het is van belang, hier op te merken, dat onder zijn stimulerende leiding de vele, verschillende aspecten van de bestudering der geestesziekten aan de orde kwamen. Pathologisch-anatomische studies en de bestudering der biochemische verhoudingen zowel als electrencephalografie werden en worden in de Valeriuskliniek onder van der Horst intensief beoefend. Maar ook de klinisch-psychologische en fenomenologische methodes hebben zijn warme belangstelling. De door van der Horst mede ontwikkelde anthropologische psychiatrie tracht de geestelijk gestoorde mens te verstaan. Ze gaat er bij alle detailonderzoekingen van uit, dat wij in de eerste plaats spreken over een mens, in zijn verbondenheid met de ander en met de wereld. Het is wel zeer belangrijk, dat wij bij de bespreking van de homosexualiteit dit eveneens goed inzien. We hebben te spreken over mensen, die in hun erotisch leven en in hun sexuele praktijk geheel of ten dele aantrekking tot het eigen geslacht vertonen. We noemen zulke mensen homosexuelen. Laten wij direct mogen vaststellen, dat we met zulk een benaming één facet aanduiden van een mens, die in heel veel andere opzichten net zo is als wij. Dat we hier dus een naam geven op de hierboven gesignaleerde manier: duidelijke aanduiding van een bijzonderheid, maar met groot gevaar voor eenzijdigheid. De naam homosexueel is uiterst suggestief. Stel dat uw gastheer tegen u zegt, dat er nog een kennis van hem komt, een homosexueel. Het is dan, alsof de aanwezige mannen een huivering besluipt. Alsof ze alle vrezen, door die nieuwe gast niet met rust gelaten te zullen worden. Maar wanneer iemand als „een heterosexueel" werd aangeduid, zou men dan ook niet onbehoorlijke en onsmakelijke associaties oproepen? Moeten de aanwezige dames voortdurend op hun hoede zijn voor een aanwezige hetero-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 304 Pagina's

1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 194

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 304 Pagina's