GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 210

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

170

S. J. RIDDERBOS

legitiem, geldt dit niet als deze gemeenschapsdrang zich richt op een medemens van hetzelfde geslacht of (laat ik me in deze kring van medici voorzichtiger uitdrukken): op een mens, die althans genitaal van hetzelfde geslacht is? Ik wil beginnen met het onnatuurlijke, zelfs tegennatuurlijke element in deze begeerte volledig te erkennen. Manlijke leden zijn nu eenmaal niet voor elkaar bestemd. Dit is geen hoogmoedige verabsolutering van het heterosexuele mens-zijn, maar Paulus' spreken over het tegenatuurlijke in Rom. 1 geeft m.i. grond voor de mening dat wij ons ditmaal niet vergissen als wij de natuur in dezen ook een normatieve instantie achten: „de natuur leert immers ook zelf d a t . . . . " (vgl. 1 Cor. 11 : 14). Deze zelfde natuur leert echter ook, dat het voor een homosexueel dikwijls tegennatuurlijk is totale gemeenschap met een genitaal werkelijk andere te oefenen en we komen tot de conclusie, dat zijn lichamelijke (althans genitale) bestaanswijze niet met zijn overig menszijn correspondeert. Het zou natuurlijk prachtig zijn als de medicus, de psychiater, deze breuk in het wezen van de homosexueel wist te helen. Ongetwijfeld dienen hiertoe eerst alle pogingen te worden aangewend, maar ik dacht, dat de psychiatrie zelf in het algemeen over therapeutische mogelijkheden voor zgn. „echte" homosexuelen somber gestemd is. En we staan nu voor de vraag: hoe zal een therapeutisch opgegeven homosexueel zijn naaste liefhebben als zichzelf? Liefde betekent, dat ik de naaste geen kwaad doe, en positief: dat ik de ander tot z'n volle bestemming, tot de volledige ontplooiing van zijn mens-zijn breng. Het tegennatuurlijke element in iedere homosexuele verhouding gaat daarom eo ipso tegen de naastenliefde in, maar daarmee is niet het laatste woord gezegd. Zou het niet even, ja nog meer tegennatuurlijk kunnen zijn, als een homosexueel zich ver moet houden van een ander met dezelfde structuur en wiens eenzaamheid juist door hem doorbroken zou kunnen worden? Ik bedoel dus de situatie, waarin twee homosexuelen dusdanig op elkaar zijn aangelegd, dat ze elkander (tenminste gedeeltelijk) van hun gruwelijk alleen-zijn kunnen verlossen. Naar mijn mening staat de homosexueel ten overstaan van het liefdegebod dan in een conflictsituatie (evenals trouwens ook de heterosexueel iedere dag overkomt!). Het zoeven genoemde tegennatuurlijke element in iedere homosexuele relatie zou hem tot onthouding moeten dringen. Maar als deze onthouding de naaste meer kwaad doet dan goed en de ander in een legitieme begeerte naar gemeenschap frustreert, kan ik niet inzien dat ascese toch altijd door de naastenliefde zou worden geëist. Het is m.i. illusoir

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 304 Pagina's

1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 210

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 304 Pagina's