GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1961 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 13

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE NATUUR EN DE GROOTHEID GODS') door P. GROEN

Spreken over de grootheid Gods, in welk verband dan ook, is een hachelijke zaak. Men kan daar geen verstandelijk betoog over houden. Eigenlijk zouden dichters nog 't meest in aanmerking komen hierover te spreken. Ik hoop dan ook dat U van mij geen wetenschappelijk verhaal hierover verwacht. Ik zal alleen trachten enige gedachten te zeggen over het thema: de natuur en de grootheid Gods. De natuur en de grootheid Gods. Als wij deze twee zo naast elkaar stellen, dan roept dat voor de tegenwoordige mens een probleem, of problemen, op. Dit is niet altijd zo geweest. De dichters van het Oude Testament zagen hier nog geen probleem: „De hemel verheuge zich, de aarde juiche, de zee bruise en haar volheid, het veld en al wat daarop is verblijde zich; dan zullen alle bomen des wouds jubelen voor den Here, want Hij komt". Deze dichters zagen hier geen probleem in die zin, waarin wij hier problemen zien. Zij spraken trouwens niet over „de natuur". Zij spraken over de zon, de sterren, over heuvels en de zee. Onze problemen konden wel eens geboren zijn op het moment dat we over „de natuur" gingen spreken. Want „de natuur" is een begrip. En het is een problematisch begrip. Dat zien we al dadelijk als we trachten te omschrijven wat we met „de natuur" bedoelen. Het is er mee als met „de tijd", waarvan Augustinus zei: als niemand mij vraagt wat het is — de tijd — dan weet ik het wel; maar als iemand het mij vraagt, dan weet ik het niet. „De natuur" — daaronder worden tegenwoordig op z'n minst twee begrippen verstaan: (a) Dat, wat we bedoelen als we spreken van de vrije natuur, die natuur, die we opzoeken als we de stad ontvluchten, zoals dat heet (hoewel velen tegenwoordig het lawaai der stad meenemen de natuur in); die natuur, die tegenwoordig beschermd moet ^) Toespraak gehouden op de V.U.-dagen 1960 te Deventer.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1961

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 308 Pagina's

1961 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 13

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1961

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 308 Pagina's