GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1963 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 127

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET „KWAAD" IN DE SCHEPPING

97

in zeer grote mate een emotioneel-bepaalde belevenis, en de pijnreactie een aangeleerd gedrag is. De biologische zin van dit gedragspatroon als beschermend mechanisme tegen schadelijke prikkels van buiten Ugt voor de hand. Wanneer we dit gedeelte samenvatten, moeten we concluderen dat de pijn geen fysiologische noodwendigheid is, maar een emotionele beleving die door de ervaring geleerd en door de situatie bepaald wordt. Het dier doorleeft het pijngevoel op dierlijke wijze, die de component van het (menselijke) lijden mist. Het onlustgevoel dat bij het dier kan optreden, waarschuwt hem voor gevaar. De mens neemt het pijnbeleven op in zijn geestelijke situatie, die een veel diepere en zelfs gans andere betekenis heeft dan bij het dier ooit mogelijk is. Alleen voor de mens geldt het hjden, en is dan altijd verbonden met het kwaad. De pijn heeft biologische zin als signaal maar niet als bron van leed. Zonde en hjden zijn nauw met elkaar verbonden, en er is geen biologisch argument te vinden voor de gedachte dat de mens als organisme noodzakelijkerwijs het lijden moest en moet ervaren. Integendeel, juist de mens die beheersend zou kunnen optreden in een bepaalde situatie, zou in staat kunnen zijn om pijn en lijden van elkaar te scheiden. In een onzondige situatie, hoezeer ons voorstellingsvermogen hier ook tekort schiet, zou het lijden, ook het pijnlijden, afwezig kunnen zijn. We gaan de balans opmaken, en moeten daarbij dan weer buiten de biologie treden. We hebben aan het begin gesteld dat God deze wereld 'goed' heeft geschapen, d.w.z. naar de wil van God. Wanneer we nu op traditionele wijze lijden en dood altijd verbonden hebben met de zonde, = opstand tegen Zijn wil, dan rijst dus de tegenvraag: hoe konden lijden en dood dan reeds vóór de zondeval in die goede schepping aanwezig zijn? Het biologisch feitenmateriaal bleek te suggereren dat Ie. de fysiologische dood een biotische wetmatigheid is, en 2e. het lijden alleen voorkomt bij de mens in zijn zondige situatie. Hoewel hiermee bij lange na niet op alle mogelijke vragen een antwoord is gegeven, zou ik als algemene conclusie toch wel ter discussie wülen stellen dat de bioloog door het hem ten dienste staande feitenmateriaal niet gedwongen wordt aan te nemen dat er buiten de zonde en haar gevolgen om enig kwaad in de schepping bestaan heeft of bestaat. Een van de consequenties van dit standpunt is dat we alleen van

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1963

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 322 Pagina's

1963 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 127

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1963

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 322 Pagina's