GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1963 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 194

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

156

H. R. WOLTJER

waardoor Hij de Bijbelschrijvers in staat stelde zo van Christus te getuigen, dat de Schrift voor alle tijden het genoegzame en betrouwbare fimdament van de kerkelijke verkondiging kan zijn". Nu zou ik willen vragen: is de aard van een verschijnsel of van een werkzaamheid nu alleen te verstaan vanuit het doel? Natuurlijk hangen die twee samen, maar moeten we toch niet ergens anders beginnen, nl. heel gewoon met er ons rekenschap van te geven wat de hoorder of lezer verwachten mag, als de term „inspiratie" in een betoog valt; wat die be-teken-t of be-doelt? Denken we bij „inspiratie" niet allereerst aan „ingeving", waarbij we sterk het gevoel hebben, dat die op een eigenaardige wijze bij ons binnentreedt, een wijze, die we het beste kunnen kenschetsen als „van buiten af' en waarbij we dus gebruik maken van de meetkundige beeldspraak („buiten" en „biimen")? Deze „ingeving" is een merkwaardige beleving, maar waaraan toch wel niemand onzer vreemd zal zijn. Van „ingeving" tot „inblazing" is niet zo'n grote stap. We komen dan in de buurt van een van de fundamentele teksten voor de inspiratieleer, nl. 2 Tim. 3 : 16, waar het moeilijke griekse woord „theopneustos" vertaald is met „van God ingegeven". — Misschien vinden de theologen het voorafgaande wat te psychologisch, of te psychologistisch geredeneerd, maar zou het niet voor vele niet-psychologen de enige weg zijn, waarop ze met het inspiratiebegrip wat kunnen beginnen? Trouwens, dat hiet ook voor theologen zelf moeilijkheden liggen, blijkt niet alleen uit de aanpak door Meuleman (ik ben dankbaar, dat hij de verhouding tussen bepaalde passages van de Bijbel en onze morele opvattingen (op blz. 13) even aanstipt, al kan hij er uiteraard daar niet verder op ingaan). In de inleiding van zijn artikel over „inspiratie", geschreven voor de „Christelijke encyclopedie" (2e druk, 1958, Kok, Kampen, blz. 619), merkt Polman op, dat „inspireren" strikt genomen, een buitenbijbelse term is, waarvan het gebruik echter niet uitgesloten behoeft te worden mits de vulling en inhoud van de term alleen door de schrift bepaald wordt. Onder dat beding kan zijns inziens (ook) de eeuwtenoude term inspiratie of ingeving, die nu eenmaal ingeburgerd is, gehandhaafd worden. — Ik blijf het maar een eigenaardige procedure vinden. Wel is het me zonder meer duidelijk, dat de theologen niet zoals natuur- en scheikundigen en andere B-mensen een internationaal congres voor herziening van nomenclatuur bijeen kunnen roepen. Terecht wijst Kuitert er op (blz. 112), dat, wat taal en taalgebruik betreft, er tussen de A- en de B-faculteiten groot verschil bestaat en ook bestaan

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1963

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 322 Pagina's

1963 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 194

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1963

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 322 Pagina's