GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1963 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 157

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE GOEDE SCHEPPING

123

drukken) in het heden afgelegd. Zij mag niet gehoord worden als een conclusie uit „de natuur" maar zij komt op uit de geschiedenis van Israël die verbondsgeschiedenis is. Meer kunnen we niet uit de tekst halen, willen we hem vandaag niet iets anders laten zeggen dan Israël er toen mee bedoelde. Ik wijs in dit verband nog eens op de disparate trekken die we in de scheppingsverhalen vonden en in de beschrijvingen van de oertoestand. Dat is toch wel opnieuw een bewijs dat het nergens om een descriptie begonnen is, ook niet in het „zeer goed" van Gen. 1, 31, maar om geloof in Jahwehs wel-dadige overmacht over onze wereld. „De aarde is des Heren, mitsgaders haar volheid" (Ps. 24, 1) — dat is het wat Gen. 1 te zeggen heeft 33). Of om bij de belijdenisgeschriften van de Reformatie te blijven: de sobere woorden van de Heidelberger Catechismus (Zondag 9, Vr. 29) zeggen toch eigenlijk niets anders dan ik hierboven probeerde weer te geven 34), 3 Wanneer dat de tekst van Gen. 1 is, betekent deze uitkomst nog niet dat onze problemen verdwenen zijn. Integendeel, het kan dan wel om een vertrouwensuitspraak begonnen zijn, maar de werkelijkheid is er dan ook nog, met al haar verwarrende en chaotische aspekten. In het licht van dood, lijden, de wreedheid en ondoelmatigheid van hetgeen wij de natuur noemen, dreigt deze belijdenis tot een absurdum uit te groeien. En is geloof werkelijk op iets absurds betrokken ? Dat heeft de theologie — de geloofsbezinning — nooit lang kunnen volhouden, gelukkig. Vandaar dat we in de theologie voortdurend de poging tegenkomen om de goedheid van de schepping méér te laten zijn dan alleen een geloofsbelijdenis. Is de goedheid (de deugdelijkheid, moeten we bijna vertalen) van de schepping toch niet enigermate aantoonbaar ? En indien al niet vanuit de werkelijkheid aantoonbaar dan toch voor het menselijk denken enigszins acceptabel te maken ? Moet deze belijdenis niet, al was het maar met één voet, in de werkelijkheid staan ? Deze vragen hebben hun goed recht, meer nog : we moeten ze wel stellen en er zelfs een antwoord op geven, willen we onszelf vrijwaren voor een personalistische versmalling van de theologische bezinning. Maar dat betekent niet dat alle antwoorden even goed zijn. Zit alles toch zo rationeel mogelijk in elkaar ? Is de logica van de Schepper bewijsbaar en dus (!) ethisch te rechtvaardigen? In deze geest heeft de Aufklarung geantwoord. Leibniz voorop, met zijn be-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1963

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 322 Pagina's

1963 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 157

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1963

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 322 Pagina's