1963 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 166

132

H. M. KUITERT

27) Een bijzonder kras oordeel velt S. U. Zuidema in : Struktuur van de scheppingsleer van Karl Barth, G.T.T. 1962, 1/2, 17 e.v. Meer waardering vertoont het a.w. van N. H. Ridderbos. 28) K. Barth, Kirchliche Dogmatik III, 1, 377 e.v. Of dat ook insluit : „Schöpfung als Rechtfertigung" is m.i. nog de vraag. Verbond is niet zonder meer identiek met verzoening. 29) Zoals H. J. Kraus a.w. 90 e.v. wil. 30) Verschillende oudtestamentici spreken met zoveel woorden van een „bedreigd levensgevoel" van de Israëlietische mens, zie bijv. L. Kohier, Der hebraïsche Mensch, Tubingen 1953, 114 en Gerh. v. Rad a.w. I, 156. Ook N. H. Ridderbos wil onder de verwijzing naar de chaos meer verstaan dan een rudiment, a.w. 25 e.v. 31) K.D. 111,1, 88 e.v. Zuidema valt hem daarin bij, a.a. 32. 32) „Het licht is zoet, en het is aangenaam voor de ogen de zon te zien", Pred. 11, 7. 33) Schepper-zijn is koning-zijn, vgl. de Psalmen 96—99 (H. J. Kraus, BKAT — Psalmen I—II). 34) Vgl. K. Barth, Die christ. Lehre nach dem Heid. Catechismus, waar de vragen 26—28 van de H. Cat. tot de „theologische Glanzstücke" van de H. Cat. gerekend worden (53). 35) Over Leibniz zie men G. C. Berkhouwer, De Voorzienigheid Gods, Kampen 1950, 281 e.v. Verder Barth, K.D. III, 1, 446 e.v. (over Leibniz) en 451 e.v. (over Wolff). Vanaf 422 geeft Barth een uitvoerige bespreking van Gen. 1, 31. 36) In Wending, 14e Jaarg. no 5/6 onder de titel : God en de chaos. 37) H. Berkhof, Schepping en voleinding (in: Woord en wereld, Amsterdam 1961, 223 e.v.) geeft veel materiaal om zijn eigen these die in deze richting gaat, te verdedigen. 38) Geref. Dogm. III, 1 e.v. Men zie trouwens ook K. Schilder, Wat is de hemel, Kampen 1935, 122 e.v. 39) H. Berkhof heeft daarop gewezen in een artikel in In de Waagschaal, 17e Jaarg. no 22 (over Teilhard de Chardin). 40) Men zie over het vraagstuk van de theodicee G. C. Berkouwer, a.w. 276—329. Ook het in noot 2 genoemde Wendingnummer heeft bij tijden iets van een theodicee, vooral in het artikel wan A. J. Nijk, onder de titel : Meditatie van een lezer (374 e.v.). 41) Ik zou het een hele mooie willen noemen, de enige echte, n.l. voorzover zij zelf alle schuld op zich neemt. Maar ze wordt spekulatief op het punt van de oer-toestand als een historisch dateerbaar gegeven. 42) Dogmatik II, 153 e.v. 43) Zo bijv. P. A. H. de Boer in : Zoals er gezegd is over de schepping, 79. Men zie over de plaats van vers 2 tussen vers 1 en vers 3 verder N. H. Ridderbos, a.w. 26 e.v. 44) Vgl. de bezwaren van G. C. Berkouwer, De Zonde I, Kampen 1958, 120 e.v. tegen het inpassen van de zonde in een logische, doorzichtige orde. Overigens zal men evenmin lijden en pijn mogen inpassen. Terecht maakt G. Th. Rothuizen bezwaar tegen de Froe's opmerking (in Wending 17e Jaarg. 5/6, 296 e.v.) dat een wereld zonder pijn en lijden te braaf zou zijn om in te leven, Sermo 10e Jaarg. no. 3. 45) Het is daarom misverstandwekkend wanneer N. H. Ridderbos, a.w. 34 het „zeer goed" betrekt op „de wereld vóór de zonde" (vgl. ook 35 : „de oorspronkelijke schepping"). Dan wordt het toch weer een beschrijving van een toestand in het verleden i.p.v. een belijdenis in het heden. 46) Zo terecht H. J. Klaus a.w. 93. Over de rol van de kosmologische gegevens in Gen. I zie men Gerh. v. Rad, Th. des A. T I, 152 47) De Froe heeft daarin gelijk (a.a.). Niet als hij eraan vastknoopt dat alleen de mens met z'n vrijheid overblijft. Deze reductie van de mens tot zijn vrijheid (en wat voor vrijheid !) is de keerzijde van een reductie van God tot een X.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen