GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1963 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 121

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET „KWAAD" IN DE SCHEPPING

91

de gevolgen van de zonde. Daarmee waren niet alle problemen opgelost en alle vragen tot zwijgen gebracht, maar het viel althans niet moeilijk om tot een bepaalde sluitrede te komen. Deze zienswijze is ons uit handen geslagen, naarmate het tot ons begint door te dringen dat er aan die zondeval en zelfs aan het verschijnen van de mens honderden miljoenen jaren zijn voorafgegaan, waarin werelden van levende organismen hebben bestaan, en elkaar zijn opgevolgd in een schier eindeloze rij van groeien, bloeien en uitsterven. Ook als we geloven — en ik wil daar nadrukkelijk van uit gaan — dat de geschiedenis van de mensheid zolang zij bestaat is bepaald geweest door de schuldige opstand tegen haar Heer en Schepper, en deswege voor de mens het probleem van het kwaad in feite het probleem van zijn schuld is, dan blijft daar toch over de vraag naar de eventuele aanwezigheid van kwaad in de nog niet gevallen schepping, die onmogeKjk weg te verklaren is met een vloek, haar terwille van de mens opgelegd. Op deze vraag nu wil ik nader ingaan, en ik ben me bewust dat ik me daarbij beperk. Ik doe dat omdat hier enkele vragen liggen die de bioloog zich kan stellen, en die eigenlijk kunnen worden samengevat in de probleemstelling: dwingen biologische feiten ons tot de conclusie dat er altijd wel kwaad in de schepping geweest moet zijn? Ik wil dan beginnen met het vraagstuk van de dood en wat daarmede samenhangt, het verouderen, het sUjtageproces. Wanneer we daarvoor een duik nemen in de wat oudere Hteratuur (want moderne biologen filosoferen niet zo veel meer, althans niet in het openbaar), dan treft ons dat men vrij eensgezind van oordeel is dat de dood een wezenlijk kenmerk van het leven is. Alle leven is bepaald door de cirkelgang van ontstaan, groeien, verdorren en afsterven. Het levende wezen verschijnt als individu op een bepaald moment in de tijd, en treedt ook weer na een zekere periode uit de tijd. Bij nader toezien blijkt echter wel enige divergentie in de standpunten. Sommigen zeggen: de dood is zo intrinsiek aan het leven verbonden dat we het leven kunnen typeren met een „gerichtheid naar de dood". „Der Tod ist nicht eine irgendwie bedingte Folge des Lebens, sondem der pragnante Wesensausdruck des Lebens" s). In deze gedachtengang denkt men aan een soort biologische entropiewet, een niet omkeerbare afloop in de richting van het energieniveau van de niet-levende omgeving, een in het leven aanwezige tegenbeweging

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1963

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 322 Pagina's

1963 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 121

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1963

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 322 Pagina's