GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1963 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 145

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE GOEDE SCHEPPING

111

stellingen terug: het kwaad — alle kwaad, en niet alleen de zonde als verstoring van de menselijke verhoudingen — begint bij de val en niet bij de schepping, want van de schepping staat geschreven : „God zag alles wat Hij gemaa.kt had, en zie, het was zeer goed" (Gen. 1,31). Op dat woord heeft de orthodoxe en bepaaldelijk de gereformeerde traditie zich telkens weer beroepen. Het „valde bonum" (zoals de Vulgata het „zeer goed" weergeeft) betekent: oorspronkelijke harmonie, orde, leven, paradijstoestand. Alles wat in onze wereld niet met dit „valde bonum" klopt, heeft dus niet met Gen, 1 maar met Gen. 3 te maken. Natuurlijk is daarmee de traditionele voorstelling niet af. Want onmiddellijk komen er dan nieuwe vragen die een antwoord willen hebben. Er blijft een existentieel probleem, zoals we zopas al zagen. Waarom heeft de zonde met haar gevolgen dan een plaats gekregen in deze wereld, waarom heeft God haar niet tegengehouden ? Heeft God al dit lijden en sterven gewild, of mag men dat niet zeggen ? Maar als — omgekeerd — zonde en zondeval buiten zijn bestel omgaan, wordt God met zulke uitspraken dan niet onttroond ? Daaraan knoopt zich de vraag naar Gods voorzienig bestel vast. Is Hij het die ons in dit jammerdal (om een klassiek gereformeerde uitdrukking te gebruiken) de rampen toeschikt, en zo ja, waarom doet Hij het dan zo ongelijk ? Waarom krijgt de een alles en de ander niets, of waarom krijgt de een alles tegelijk en de ander z'n portie uitgesmeerd over het hele leven. ? Deze en dergelijke vragen blijven allemaal bestaan, ook vanuit de voorstelling van de gereformeerde traditie. Ik noem ze hier met opzet om te laten zien dat de plaats van de werkelijke vragen wel verschillen kan maar dat de vragen door de eeuwen heen dezelfde blijven. Wat vandaag het probleem van de goede schepping genoemd wordt, heette gister het raadsel van Gods voorzienig bestel. Daarmee zijn we weer bij het uitgangspunt terug. Voor ons is het de vraag of wij een aantal dingen die de traditie onder het voorzienig bestel Gods (na Gen. 3) rangschikte, niet veeleer onder het hoofd van de schepping moeten plaatsen. Deze vraag wordt ons gesteld door de wetenschappen. B.v. door de biologen en geophysici. Is biologisch gesproken de dood niet met het leven gegeven, zelfs een voorwaarde voor verdere ontwikkeling van het leven? Ik noem daar ietwat argeloos het woord ontwikkeling; we kunnen net zo goed zeggen : evolutie. En dan verder vragen of datgene wat de bioloog onder evolutie verstaat niet een herziening vraagt van de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1963

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 322 Pagina's

1963 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 145

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1963

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 322 Pagina's