GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 160

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

124

P. J. THUNG

ken, nl. dat veroudering samenhangt met het uitblijven van regeneratie, van verjongende groei: Omnia debet enim cibus integrare novando et fulcire cibus, cibus omnia sustentare, nequiquam, quoniam nee venae perpetiuntur quod satis est neque quantum opus est natura ministrat. (Want met verjongende voeding moet al wat bestaat zich vernieuwen, voeding die schraagt en steunt en alles voortdurend in stand houdt; maar tevergeefs, op den duvu kunnen mijn aadren niet langer opnemen wat ik behoef, en zal ook de natuur 't mij ontzeggen.) Als men onze tijd-gebonden kennis maar formuleert als algemeenheden, dan lijkt het inderdaad of er nooit iets nieuws onder de zon is. Maar er is uiteraard in elke cultuur wel iets nieuws onder de zon, en in onze tijd is dat vooral de vergeleken bij eerdere cultuurfasen uitzonderlijke mate waarin onze kennis leidt tot praktisch ingrijpen in, en ombuigen van de werkelijkheid. Dit hangt nauw samen met het karakter van onze experimentele natuurwetenschap, die onderzoekt door in te grijpen, die de verschijnselen herleidt tot ketens van causaal aaneengeschakelde momenten, en die deze causale relatie vaststelt door deze momenten te isoleren en te manipuleren. Zoals Prof. van Mélsen het uitdrukt in zijn in 1963 gehouden rede over „Natuurwetenschap en Mensbeeld": „. . . natuurwetenschap beoefenen is niet slechts een kenactiviteit maar eveneens een handelende a c t i v i t e i t . . . . Het experiment vergemakkelijkt immers niet slechts de empirische waarnemingen, het roept een ervaringsveld op dat anders geheel aan het bereik van zintuig en verstand onttrokken zou blijven". Dit laatste kan nog scherper uitgedrukt worden; de experimentele natuurwetenschap tast niet een bestaande orde af om die te leren kennen, doch schept zelf orde door haar experimenterend handelen. In de woorden van van Mélsen: „. . . nieuwe ervaringen zijn . . . . geen ervaringen die betrekking hebben op werkelijkheidsgegevens die er reeds altijd waren en die als het ware slechts lagen te wachten om door de mens ontdekt te worden, de nieuwe ervaringen betreffen een werkelijkheid die eerst in het experiment opgeroepen wordt om zich te verwerkelijken,"

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 316 Pagina's

1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 160

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 316 Pagina's