GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 154

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

118

P. J. THUNG

in de oudere bevolkingsgroep. Deze geriatrie onderscheidt zich daardoor van de meer algemeen biologisch ingestelde onderzoeksrichting die niet zozeer naar de menselijke ouderdomskwalen vraagt als wel naar wat eigenlijk ouderdom op zichzelf is. In deze gerontologie zoekt men naar het hoe en waarom van de veroudering van de verschillende levensvormen, naar algemene wetmatigheden. Een van de eerste vragen die zich daarbij voordoet is die naar de relatie tussen kalenderleeftijd en ouderdom. Waarom spreken we bij een muis of rat in ons laboratorium na 2 of £1/^ jaar van ouderdom en bij een vlieg reeds na 20 dagen? Ook tussen mensen bestaan trouwens grote verschillen in dit opzicht. Een collega uit India, voor wie 55 jaar de pensioengerechtigde leeftijd was, uitte tegenover mij eens zijn verwondering over al die stokoude professoren die hij in westerse landen ontmoette. Hij was bepaald gechoqueerd daarop te vernemen dat 70 jaar hier een gebruikelijke pensioenleeftijd is: dat haalt toch immers bijna niemand! Uit dit laatste blijkt reeds dat het begrip ouderdom samenhangt met de verwachte levensduur. De tweejarige rat noemen we oud omdat deze diersoort niet langer leeft dan 2i/^ of hooguit 3 jaar. En of we nu gewoon zijn een mens omstreeks zijn 50ste of pas tegen zijn 70ste jaar oud te noemen, de achtergrond is dezelfde, nl. dat we verwachten dat zijn leven ten einde spoedt. Kortom, de ouderdom heeft te maken met de naderende dood en we kunnen dus om te beginnen de ouderdom omschrijven als de levensfase die aan de dood voorafgaat. Maar, omdat men uiteraard op elke leeftijd sterven kan, wordt dit vaak nader geclausuleerd: ouderdom is de aan de dood voorafgaande levensfase mits men niet voortijdig sterft. Hierin steekt een belangrijke vooronderstelling, waar we nog uitvoerig op zullen terugkomen, nl. dat er een voortijdige dood is, ook wel accidentele dood genoemd, naast de ouderdomsdood of natuurlijke dood. In het begrip ouderdom steekt dus de vooronderstelling van een natuurlijke, bij het leven behorende dood. Met andere woorden: ons begrip „ouderdom" impliceert mede het begrip „sterfelijkheid", en niet als toevalligheid doch als een aan het leven inhaerente eigenschap. In de woorden van een bekend Amerikaans gerontoloog, N. W. Shock: „The primary fact of aging is that all animals have a finite lifespan". Zo wordt de vraag naar het hoe en waarom van de ouderdom dus tevens een vraag naar deze sterfelijkheid. En het gerontologisch onderzoek heeft zich dan ook veel bezig gehouden met pogingen om de sterfelijkheid te verklaren of te omzeilen. Is die eindigheid van de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 316 Pagina's

1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 154

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 316 Pagina's