GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 234

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

162

INGEZONDEN

baat niet, als daarachter de religie zelve als een onbegrepen sfmx blijft staan Zo scheen het een uitkomst te zijn, toen het Oosten zijn schatten ontsloot Uit het Oosten scheen het licht over Israels godsdienst en over heel het Christendom op te gaan Maar dieper onderzoek stelt thans reeds en zal altijd meer de ijdelheid ook van deze poging tot verklaring in het licht stellen Bij het scheppingsverhaal m Genesis rust de bewering, dat het uit Babel afkomstig is, voornamelijk op deze sporen van mythologische oorsprong, die er m het Bijbels verhaal, ui weerwil V£m de omwerking, nog te vinden zouden zijn 1 de schildering van de chaos onder de oude termen thiom en tohu wabohu en de voorstelling, dat God de tegenwoordige wereld uit de chaos gevormd heeft, 2 het spreken van een broeden des Geestes over de wateren, waarbij de wereld evenals m vele mythologieën, als een ei wordt gedacht, 3 het hiaat, dat er in Genesis 1 tussen vers 2 en 3 bestaat, en dat vroeger met de theogonie was aangevuld, 4 de trek, dat de duisternis niet door God geschapen en ook niet „goed" genaamd wordt, terwijl toch naar de Israelietische leer God de Schepper van licht en duisternis is, 5 het gezegde, dat zon, maan en sterren gesteld zijn tot ,,heerschappij" van dag en nacht, 6 het meervoud, waarin God van zichzelve spreekt bij het scheppen van de mens, de voorstelling dat de mens Gods beeld is en zijn gestalte draagt, en dat God na afloop van het scheppingswerk rust op de s a b b a t " Uitvoerig weerlegt Bavmck afdoende de opvatting, dat Gen 1 een bewerking zou zijn van assyrische mythen en hij eindigt met de woorden: „Veeleer pleit alles er voor, dat wij in Genesis een traditie bezitten, die van de oudste tijden afkomstig is, bij de andere volken allengs is verbasterd, en door Israel in haar zuiverheid is bewaard " Men vraagt zich met verwondering af waarom Kuitert dit oude en afdoend weerlegde (men zie ook Noordtzij) sprookje nieuw leven tracht in te blazen en ook waarom hij de kritiek van bijv Bavmck niet vermeldt Want waartoe leidt zijn standpunt' Niet tot een oplossing van de geweldige vraagsukken, die Gen 1 aan de orde stelt, daarvan geen schijn en geen schaduw Waartoe het wel leidt, vertelt Bavmck ons m deel 2 van zijn Gereformeerde Dogmatiek, waaruit we citeren (blz 436): „Zo houden vele geleerden het er voor, dat al het eigenaardig Israelietische, als bijv de naam Jhvh,- het monotheïsme, de verhalen van schepping, val, zondvloed, torenbouw, de zevendaagse week, de sabbat enz zijn oorsprong m Babylonie heeft En dat met alleen, maar ook alle feiten en ideeën van het Christendom, de praeexistentie, de bovennatuurlijke geboorte, de wonderen, het verzoenend lijden, de opstanding, de hemelvaart, de wederkomst van Christus, de voorstelling van Maria als de moeder Gods, de leer van den Heiligen Geest als trooster, en van de trmiteit, dat alles en nog zo veel meer zou wortelen m de astrale wereldbeschouwing, welke van ouds het kenmerkend bezit der Babyloniers was Volgens Jensen is heel de Evangelische geschiedenis met sagen doorweven, zodat er geen grond bestaat om iets, dat van Jezus verhaald wordt, voor historisch te houden, de Jezus-sage is ,,eine Israëlitische Gilgamesch-sage" en als zodanig „eme Schwester-sage von zahlreichen, namlich den allermeisten alttestamentischen Sagen " Wat d e konsekwentie is van het standpunt van Kuitert, leest men ook bij G C Berkouwer in ,,De voorzienigheid Gods" blz 236, waaruit we citeren: „We zien dat vooral bij Bultmann, die m nieuwe vorm de oudmodeme argumenten tegen het wonder repeteert Bultmann spreekt van het „mythisch" karakter van het bijbels wereldbeeld Het typerende daarin IS, dat deze wereld schouwplaats is van bovennatuurlijke machten Daemonen kunnen ingrijpen, God kan mach+ig en verrassend handelen, bovennatuurlijke krachten regeren de wereld Satan, zonde en dood oefenen invloed op de wereld, die een katastrofaal einde tegemoet gaat.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 316 Pagina's

1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 234

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 316 Pagina's