1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 128

96

P. H. ESSER

mens nog deel kan nemen aan de samenleving en in hoever hij zich daarvan zal distanciëren. Anders gezegd, welke zijn de factoren die de verhouding engagement en distanciéring bepalen? Ook is erop gewezen, dat het wel zeker is, dat de bejaarde in zijn bejaard-zijn meebrengt, wat zich in vroegere levensphasen bij hem heeft ontwikkeld. Daar het leven echter nooit alleen maar een voortzetting van het verleden in het heden is, maar ook altijd veranderingen met zich brengt, hebben we behoefte aan een grotere kennis van de psychologische eigenaardigheden van de levensphasen in het algemeen en in het bijzonder van de oude dag. Ten slotte werden ook vragen gehoord zoals, wat is een menswaardig bestaan? Dergelijke vragen regarderen meer de wijsbegeerte en anthropologic dan de psychologie en psychiatrie, en zijn in hoge mate afhankelijk van onze mens- en wereldbeschouwing. Bij beschouwingen van sociologische en psychologische aard wijst men altijd weer op enkele punten, die ik hier dus ook in het kort zal weergeven. Er is natuurlijk veel meer over te zeggen dan ik hier kan doen. Wie zich nader wil oriënteren vindt een goede bron van informatie in een tweetal Amerikaanse handboeken, het Handbook of Social Gerontology *), dat de sociale aspecten van het ouder-worden behandelt en dat in 1960 door Clark Tibbitts is uitgegeven, en het Handbook of Aging and the Individual 5), dat de psychologische en biologische aspecten uitvoerig bespreekt en dat door bemiddeling van James E. Birren in 1959 het licht heeft gezien. Beide werken zijn onontbeerlijk voor een oriëntering op dit terrein, terwijl het boek van Zonneveld, The Health of the Aged ^), als een voorbeeld genoemd mag worden van wat in Nederland binnen de gezondheidsorganisatie T.N.O. bereikbaar is. Men wijst dan allereerst graag op het functieverlies van het Westers gezin en de andere rol, die de bejaarde daarin toegewezen krijgt. Het gezin, als intiem levensverband tussen ouders en kinderen, wordt steeds minder intiem, en terwijl vroeger meestal 3 generaties samenwoonden, de grootouders, ouders en kinderen, is het twee-generatie-gezin regel geworden. Toch zien we veelvuldig een oude grootvader of grootmoeder bij een jong gezin inwonen in de huidige slechte woonsituatie, die dan meermalen b.v. hoofdbewoner is, wat tot ongewenste situaties aanleiding is. Immers komt het meermalen voor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen