GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 196

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

156

F, J. TOLSMA

is niet alleen de fenomenoloog, maar ook de klinische psychiater aan het woord; de schrijver spreekt van de katatone patiënt, de schizofreen, de lijder aan een endogene depressie, etc. We zullen van den Berg in het beschrijven der vier genoemde relatievormen niet op de voet volgen. Beschrijven is z.i. het belangrijkste, daarna komt het beoordelen (blz. 63). De grondslag der fenomenologie is, dat de onderzoeker trouw blijft aan het gegeven zoals het gebeurt (van den Berg). De schrijver ontleent o.m. voorbeelden aan romans van Carry van Bruggen en Hella Haase. Het zou mij te ver voeren de aangehaalde voorbeelden te bespreken. De patiënt leeft in een eigen wereld, maar de psychiater neemt daar geen genoegen mee. Het is niet zo, dat de psychiater de patiënt b.v. zijn wanen en hallucinaties niet zou gunnen, maar hij ziet het als zijn taak de pathologisch vervormde wereld te redresseren. De fenomenoloog heeft, volgens van den Berg, geen behoefte aan hypothesen. Doch wel aan woorden en wel zodanig, dat men m.i. wel eens zou kunnen spreken van een spel met woorden. Ook aan de hypothese van het onbewuste heeft de fenomenoloog geen behoefte. Van den Berg geeft er de voorkeur aan te spreken van „eenzich-verbergen'". Het weten van de patiënt leeft volgens hem bij de psychotherapeut, wordt de patiënt beter, dan komt dat weten tot hem. Hier wordt het spel met woorden m.i. duidelijk zichtbaar. De fenomenologie is, naar ik meen, zeker belangrijk, omdat deze de psychiater tot bescheidenheid en voorzichtigheid maant. Zij is critisch ingesteld t.o.v. in de psychiatrie ingeburgerde begrippen. Men kan daar waardering voor hebben. Maar toch heeft ze te maken met de psychiatrische patiënt. Dit blijkt reeds uit de titel van het boek, waarin niet gesproken wordt b.v. van „de eenzame mens" of „de zich-verbergende mens". De fenomenologie kan wel stelling nemen ten aanzien van begrippen, woorden tegenover woorden stellen, maar niettemin heeft ze te maken met de psychiatrische patiënt als zodanig. Met behulp van enkele voorbeelden wil ik thans een illustratie geven van bepaalde inzichten van van den Berg. Schrijver zegt, m.i. terecht, dat het begrip castratie-complex in wezen onjuist is, omdat een reële castratiedreiging in de jeugd doorgaans niet zal voor komen. Er is waarschijnlijk geen modern-ingestelde psycho-analyticus of hij zal dit beamen. Immers, van den Berg keert zich tegen de psycho-analytische dogmatismen van de eerste generatie We zijn nu zo langzamerhand aan de derde generatie toe, en

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 316 Pagina's

1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 196

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 316 Pagina's