GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 127

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

PSYCHOLOGIE EN PSYCHIATRIE VAN DE OUDERDOM

95

tisch te werk gaan, en bezien, hoe bij de ontwikkelingsgang van de individuele mens praesenium en senium volgen op de pueritia (0—15 jaar), de adolescentia (15—25 jaar), de juventus (25—40 jaar), de virilitas (40—55 jaar). Men zal dan ontdekken dat iedere levensfase haar eigen moeilijkheden en haar eigen offers kent, al ziet men tijdens de dalende levenslijn allerlei labiliteiten als even zovele evenwichtsverstoringen bij vele mensen. De mens treedt terug achter zijn werk, en de betekenis van zijn persoonlijke bijdrage achter het geheel. Dit geldt speciaal voor mensen bij wie werk en dagelijks bestaan samenvallen met hun leven en er de inhoud van uitmaken. In de juventus geeft het eigen functioneren, de eigen activiteit, bevrediging, in de virilitas heeft het een aparte bekoring de eigen bestemming gevonden te hebben, en in het praesenium geeft het werk nog slechts bevrediging, wanneer het een algemeen belang dient. Het einde komt in zicht, wat bij velen leidt tot een relativeren van levenswaarden, of tot een laatste pogen uit het leven te halen, wat er in zit, iets waaraan men tot nu toe achteloos voorbijging. Maar hoe is het met het senium, de ouderdom? Misschien, zegt Rümke 3) kan dit tijdperk nooit ten volle begrepen worden, want de volle zin van een tijdperk zien wij pas duidelijk, wanneer het doorlopen is. Het bestaan wordt, als de bejaarde zich niet richt op zijn Schepper, tot ontluisterde vergankelijkheid. Deze ontluisterde vergankelijkheid zien we natuurlijk het duidelijkst wanneer zich ziekten manifesteren en gebreken, waarover we zo aanstonds zullen spreken. Maar we kunnen die ook waarnemen, wanneer het beleven, geen toekomst meer te hebben, zich aan het bewustzijn opdringt. Want leven betekent een toekomst hebben. Wie geen toekomst meer heeft vervalt aan het Men, dat meedogenloos is in zijn oordeel, een oordeel dat bij een oud mens altijd weer luidt, dit is een mens, die zijn tijd gehad heeft. Het is de mens, die met pensioen gestuurd wordt. Het seizoen is gesloten, maar hij is nog gebleven, zegt Rümke. Zijn rol is uitgespeeld. Hij kan nog slechts nadenken over het leven zoals het eens was. Een studiegroep „Psycho-Hygiëne en Ouderdom" van het R.K. Studiecentrum voor Geestelijke Gezondheidszorg te Utrecht, waarvan ik ook deel uit mag maken, heeft zich sinds maart 1962 beziggehouden met het thema „Ouderdom en ontwikkeling". Terwijl er sprake is van een duidelijke levensverlenging, vraagt men zich in deze groep toch wel af, wat in feite wordt verlengd. Een andere vraag, die opkwam was deze, in hoeverre de oude

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 316 Pagina's

1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 127

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 316 Pagina's