1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 66

42

L. W. KUILMAN

Nu, ik heb er mijn exemplaar van de Koran eens op nageslagen en het is inderdaad opvallend: de dadelpalm wordt in de Koran herhaaldelijk en met nadruk ter sprake gebracht. Een citaat, dat betrekking heeft op het leven in het hiernamaals, heb ik hierboven een plaats gegeven; men ziet het: de gelovige Islamiet kan zich dat leven niet voorstellen zonder dadelpalmen. Herhaalde malen wordt in de Koran gesproken van dadelpalmen als een bewijs van Allah's goedheid en van zijn vaderlijke zorg voor de mensen. Een ander citaat: „En Wij hebben voor u daarmede (met het water, L. W. K.) doen opkomen gaarden van dadelpalmen en wijnranken, waarin voor u vele vruchten zijn en waarvan gij kunt eten" (Koran 23:19). Genoeg om u aan te tonen, dat de dadelpalm in de Islam het symbool, het teken is van de almachtige God, die voor zijn schepselen zorgt. Ook in de Bijbel wordt de dadelpalm vele malen genoemd. Meestal gaat het dan over de palm of de palmen zonder meer. Aangezien er in een subtropisch land als Israël geen andere palmen voorkomen, is hier de dadelpalm bedoeld. Een enkele maal wordt de boom voluit genoemd, zie Hooglied 7 : 7. Uit het tweede deel van dat vers blijkt wel, dat met de dadelpalm voor de Jood verbonden was de gedachte aan de weelde, de volheid. In het eerste gedeelte van datzelfde vers komt een ander aspect van die palm tot uitdrukking: „Ja, uw ranke gestalte is als een palm". En wanneer in 2 Samuel 13 : 1 wordt verteld, dat Absalom een bekoorlijke zuster had, „Tamar geheten", dan konden de oude lezers van dat boek zich van die vrouw best een voorstelling maken, want Tamar betekent palmboom, d.i. dadelpalm. Vandaar dan ook, dat van de rechtvaardige in Psalm 9 2 : 1 3 wordt gezegd, dat hij zal „groeien als een palmboom". En nog later wordt diezelfde palm dan het symbool van de overwinning. Wanneer de Here Jezus vlak voor zijn lijden en sterven op een ezelin Jeruzalem binnentrekt, en de mensen menen, dat Hij zich nu tot Koning zal laten zalven, gaan ze Hem met palmtakken in de hand tegemoet (Johannes 12:13). Zo tekent Johannes ook de gezaligden in de hemel (zie het citaat boven dit artikel): palmtakken in hun handen — natuurlijk! hoe zou het anders kunnen? Zodat ik maar zeggen wil: Niet iedereen zal bij het lezen van die titel alleen maar zeggen: Hoe zakelijk! De mensen, voor wie het in de eerste plaats bestemd is, zeker niet. Want zij kunnen een dadelpalm en zijn vruchten nooit „alleen maar zakelijk" bezien. Achter een

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen