GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1968 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 75

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

A. G. M. VAN MELSEN

3.

De betekenis van de opkomst van de

51

natuurwetenschap

Ten aanzien van al de in de vorige paragraaf genoemde punten moest de opkomst van de natuurwetenschap wel tot nieuwe visies aanleiding geven. De natuurwetenschap bleek een progressieve wetenschap te zijn, dat wil zeggen een wetenschap waar elk antwoord op een vraag weer nieuwe vragen oproept. Terwijl de middeleeuwen en ook de renaissance terugblikten naar de Griekse wetenschap, gaat de natuurwetenschap vooruitblikken. Ze gaat leven uit het besef, dat vragen die vandaag nog niet voor beantwoording vatbaar zijn, het in de toekomst wel zullen zijn. Dit progressieve aspect hangt uiteraard samen met het experimentele. En dit niet slechts omdat het experiment antwoorden kan geven, waar het denken alleen nooit tot een beslissing kan komen. Er is nog iets anders. Het bleek dat het experiment niet slechts een versnelde of verfijnde waarneming van het natuurgebeuren was, maar veel meer een ingreep in dit gebeuren teneinde de natuvir te dwingen nog andere mogelijkheden en realisaties te tonen dan die welke zij uit zichzelf in het natuurgebeuren laat zien. De feitelijk bestaande natuurorde gaat dan ook gezien worden als één van vele mogelijke. Ze is — om het kort uit te drukken — resultaat zowel van wetmatigheid als van toeval. Dat de aarde bepaalde bewegingen rond de zon uitvoert, volgt uit de natuurwetten, maar dat ze de afstand tot de zon heeft, die ze heeft, is toevallig ten opzichte van de wetten. Door dit alles verschuift de betekenis van „natuur" van de totale orde naar de elementaire wetmatigheden, structuren en bouwstenen, waarop op vele wijzen gehelen en een totale orde kunnen worden opgebouwd. (En voor ,,natuur" in deze betekenis blijft dan gelden, dat zij er is, onafhankelijk van de mens.) Het inzicht, dat op basis van de „elementaire" natuur veel meer natuurgestalten mogelijk zijn dan feitelijk gerealiseerd zijn, wordt fraai bevestigd door de evolutieleer, die een evolutie van de kosmos, van de aarde en van het leven op aarde tot de huidige natuurconstellatie veronderstelt. Weliswaar is de evolutieleer als zodanig niet in strijd met de oude idee van natuur als totale orde. Het zou immers kunnen zijn, dat de evolutie zich volgens een zeer bepaald „plan" voltrokken zou hebben. De vervanging van een statische door een dynamische orde blijft dan van ondergeschikte betekenis. Het bijzondere van de gangbare evolutieleer — en dit is geheel in overeenstemming met wat de natuurwetenschap onthuld heeft — is echter,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 314 Pagina's

1968 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 75

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 314 Pagina's