1968 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 72
NATUUR EN MENSBEELD
48
een goddelijke orde is, al dan niet immanent, of de opvatting dat zij het resultaat van blinde natuurkrachten is. Men denke slechts aan Democritus, aan Plato en aan de Stoa ^). Het merkwaardige van de historische ontwikkeling is nu, dat de divergentie, die reeds het Griekse denken over de natuur beheerste, in de geschiedenis is blijven doorwerken. Ook op de huidige dag treffen we, niettegenstaande alle ontwikkelingen in de visie op de natuur, de controverse aan tussen degenen, die de natuur als goddelijke scheppingsorde zien en degenen, die daarbij slechts aan blinde natuurkrachten denken. Maar evenzeer is het waar, dat de ontwikkeling van de natuurwetenschap het mogelijk maakt van een hedendaags gemeenschappelijk element in het natuurbeeld te spreken, dat op bepaalde punten beslissend verschilt van het gemeenschappelijk element van het Griekse natuurbeeld. Daarom zal een hedendaagse visie op de natuur als Gods scheppingsorde, hoezeer zij enerzijds duidelijke verwantschap vertoont met bijvoorbeeld de visie van Plato of met die van de schrijver van Genesis, anderzijds toch eveneens sterk getekend zijn door wat zich in de historische ontwikkeling van het natuurbegrip onder invloed van de natuurwetenschap heeft afgespeeld. In bepaalde opzichten is het hedendaagse gelovige natuuren mensbeeld sterker verwant met het hedendaagse ongelovige dan met een gelovig beeld van vroeger. Dit alles toont wel duidelijk, dat bij alle noodzakelijke onderscheidingen tussen verschillende plannen, waarop van natuurbegrip gesproken kan worden, er tevens een sterke interferentie is. Dit maakt het thema natuur- en mensbeeld er niet eenvoudiger op, maar het is niet de enige moeilijkheid. Een grotere is wellicht nog, dat de acten bepaald nog niet gesloten zijn, de geschiedenis van de wetenschap, die al zoveel wijziging heeft gcbiacht, is nog pas begonnen. Toch moeten we proberen enkele lijnen te trekken om althans enig over- en inzicht te krijgen. We kiezen daarbij als uitgangspunt de vergelijking tussen het gemeenschappelijk element van het natuurbeeld van vóór de opkomst van de natuurwetenschap en dat van het natuurbeeld daarna.
2.
Het oude natuur- en mensbeeld
De veelheid van betekenissen in het begrip natuur, die we zowel naast als na elkaar aantreffen, maakt het weliswaar niet mogelijk van -)
Voor een overzicht zie C. J. de Vogel, Theoria, Assen 1967, hfst. II.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 314 Pagina's
![1968 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 72](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/orgaan-cvng-geloof-en-wetenschap/1968-geloof-en-wetenschap-orgaan-van-de-christelijke-vereeniging-van-natuur-en-geneeskundigen-in-nederland/1968/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 314 Pagina's