GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1970 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 143

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

M. KUILMAN

111

zwangerschap bewust wordt". Het verrichten van een abortus op psychosociale indicatie is geen werkelijke oplossing voor menselijke ellende, men dient vóór alles preventief te werk te gaan en causaal in te grijpen op de gezinsrelatiepathologie die in vele gevallen de diepere achtergrond is van het abortusvraagstuk. Bovenstaande beschouwingen geven mij aanleiding tot het plaatsen van enkele kanttekeningen. Vooropgesteld dat bij de beslissing over het al dan niet uitvoeren van een abortus ethische motieven in het geding zijn, kan het team dan een afwijzend besluit aan de vrouw opdringen indien er ten aanzien van de waardering van het leven van het potentieel nieuwe individu volstrekt geen communis opinio heerst? Wanneer de medicus het recht heeft om overeenkomstig zijn geweten te handelen, geldt dat dan niet evenzeer voor de vrouw en is hij niet verplicht om — ook wanneer hij zelf een afwijzend standpunt inneemt — haar te verwijzen naar een collega bij wie zij meer „kans" maakt? Het is opmerkelijk dat het gynaecologenrapport op deze kwestie niet expliciet ingaat. Behalve de aanbeveling om zich met alle krachten in te zetten voor de leniging van de nood van de vrouw, verneemt men geen alternatieve oplossing in bovenbedoelde zin. En verder kan men aanvoeren dat bezorgdheid over lichtvaardigheid en egoisme niet alleen voor de vrouw geldt, tenzij men ervan uitgaat dat de houding van de medicus de zojuist genoemde ondeugden uitsluit, een veronderstelling die wel enige reserve verdient. Tenslotte: behoort het wel tot de taak van de geestelijke volksgezondheid om de hierboven genoemde mentaliteitsbeïnvloeding ot stand te brengen? Op welke wijze moet dat gebeuren, krachtens welke normen en met welk gezag? Naar mijn mening hebben we hier te maken met fundamentale ethische en anthropologische problemen en het is mijns inziens twijfelachtig of het bevorderen van de genoemde instelling wel onder de competentie van de (georganiseerde) geestelijke gezondheidszorg valt. Nog afgedacht van het feit dat het nauwelijks mogelijk is om zich zelfs maar voor te stellen hoe een dergelijke zaak in de praktijk ter hand moet worden genomen. Hier dringt zich het probleem van de relatie tussen gezondheid(szorg) en mensbeschouwing aan ons op, maar het zou te ver voeren om daar in het bestek van dit artikel op in te gaan. De hierboven opgeworpen bezwaren zouden minder gewicht in de schaal leggen, indien het psychosociale indicatiegebied, waar vooral

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 306 Pagina's

1970 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 143

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 306 Pagina's