GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1970 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 270

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

222

EVOLUTIE VAN DE PROKARYOTEN

a. De prokaryotische cellen bestaan veel langer op aarde dan de eukaryotische cellen. b. Beide typen cellen gebruiken voor een groot aantal biochemische processen dezelfde mechanismen. B.v. de genetische code is in beide organismen hetzelfde, het mechanisme van de eiwitsynthese is in grote trekken identiek, de wegen waarlangs tal van celbouwstenen gevormd worden eveneens. Dit complex van gemeenschappelijke eigenschappen maakt het aannemelijk dat prokaryotische en eukaryotische cellen ontstonden uit een gemeenschappelijke voorouder. De meest waarschijnlijke hypothese voor het verklaren van het ontstaan van het eukaryotische celtype is parallelle evolutie uit een gemeenschappelijke vroege voorouder gevolgd door daaropvolgende infectie van de eukaryotische cellijnen met prokaryotische cellen. Deze laatste stap is noodzakelijk om de aanwezigheid van mitochondriën en chloroplasten in eukaryotische cellen te verklaren. In de laatste tijd heeft men nl. gevonden dat in mitochondriën en chloroplasten eiwitsynthese plaats vindt met ribosomen, die even zwaar zijn als bacteriele ribosomen. Bovendien is de eiwitsynthese in mitochondriën en chloroplasten gevoelig voor antibiotica die de eiwitsynthese in prokaryotische cellen remmen. Aangezien men tevens electronenmicroscopisch heeft aan kunnen tonen, dat mitochondriën zich vermeerderen door deling, heeft de mening postgevat dat deze organellen ontstaan zijn uit, in een eukaryotische cel opgenomen, prokaryoten. Indien dit juist is, blijft het een moeilijke vraag, waarom zich niet veel meer verschillende eukaryotische cellen hebben ontwikkeld. B.v. in alle eukaryotische cellen is het glycolytisch systeem het belangrijkst voor de afbraak van koolhydraten terwijl in prokaryotische cellen tal van andere afbraakwegen gevonden zijn. Het is onduidelijk waarom geen eukaryotische cellen ontstaan zijn, die deze andere afbraakwegen benutten. Mede op grond hiervan heeft Stanier zeer recent (april 1970) een geheel nieuwe theorie ontwikkeld. Hij stelt, dat de eukaryotische organismen ontstaan zijn uit een prokaryotisch organisme, dat zich gespecialiseerd had in het opnemen en verteren van andere prokaryotische cellen. De omzetting van tal van verbindingen van de prooi verliep dan via het glycolytisch systeem. De mogelijkheid tot het opnemen van andere organismen leidde tot de ontwikkeling van het Golgi apparaat. De noodzaak, de opgenomen bacteriën te verteren bracht met zich mee, dat „compartmentation" (verdeling van de celinhoud in compartimenten) nodig was, om de eigen celinhoud te beschermen. Ontwikkeling van een kernmembraan

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 306 Pagina's

1970 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 270

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 306 Pagina's