GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1970 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 266

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

218

EVOLUTIE VAN DE PROKARYOTEN

2. Prokaryotische organismen bezitten geen mitochondriën. De ademhaling wordt bij deze organismen verzorgd door enzymen resp. enzymcomplexen, die aan de protoplasmamembraan gebonden zijn. 3. Fotosynthetische, prokaryotische organismen bezitten geen chloroplasten. Het fotosynthetisch apparaat bij deze organismen is gelokaliseerd op membraansystemen, die een nauwe samenhang vertonen met de protoplasmamembraan. 4. Prokaryotische organismen zijn omgeven door een celwand, waarvan één component, het mucopeptide of peptidoglycan genoemd, het meest karakteristiek is. Hiermee hangt samen, dat deze organismen gevoelig zijn voor een aantal antibiotica (o.a. penicilline), die met de synthese van deze stof interfereren. 5. Prokaryotische organismen hebben kleinere ribosomen dan eukaryotische; de respectieve sedimentatie constanten zijn 70 S en 80 S. De eiwitsynthese door ribosomen van de prokaryoten is gevoelig voor antibiotica als streptomycine, chloramphenicol, erythromycine e.d.; die door ribosomen van eukaryoten niet. Dit is een belangrijk verschil en ik zal hier later nog op terugkomen. Stanier heeft er in een recent artikel op gewezen, dat naast deze verschillen ook de afwezigheid van een Golgi apparaat en microtubuli bij prokaryoten van groot belang is. Ook hier zal ik later nog op terugkomen. Verder is door Britten en Davidson nog gewezen op een verschil in de regulatie van de eiwitsynthese bij prokaryotische en die bij eukaryotische cellen. Bij de prokaryoten en de eukaryoten komt slechts een gedeelte van het genetisch materiaal tot expressie. Het mechanisme waardoor dit tot stand komt is evenwel bij beide celtypen verschillend. Bij de prokaryoten gebeurt dit voornamelijk door onderdrukking („repressie"). Bij de eukaryoten daarentegen moeten de inaktieve delen van het genetisch materiaal eerst geaktiveerd worden. In het eerste geval spreekt men van negatieve controle; in het tweede geval van positieve controle. Evolutie van de prokaryoten De evolutie van de prokaryoten kunnen wij op twee manieren benaderen: 1. Door uit te gaan van het verleden en van daaruit naar het heden toe te gaan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 306 Pagina's

1970 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 266

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 306 Pagina's