GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1970 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 140

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

108

ABORTUS PROVOCATUS, TUSSENTIJDSE BALANS

siële rapporten, namelijk die van de nederlandse gynaecologen en de psychiaters, respectievelijk in 1968 en in 1970 uitgebracht. Men kan er natuurlijk over twisten of de samenstellers de mening van alle specialisten uit deze disciplines vertolken. Maar in elk geval bieden de verslagen een goede gelegenheid tot kennisneming van zorgvuldig geformuleerde en wèl doordachte standpunten. Twee controversiële

commissies

1. In 1968 is op verzoek van de Nederlandsche Gynaecologische Vereniging door een speciale commissie verslag viitgebracht over de benadering van het abortusprobleem. Volgens de auteurs is de provocatio abortus in beginsel geoorloofd op grond van de volgende indicaties; a. De vitale indicatie: de zwangerschap is direct of indirect — in het laatste geval vanuit de psychosociale context — levensbedreigend. Het gesignaleerde levensgevaar kan slechts worden afgewend door middel van het afbreken van de graviditeit. Deze indicatie: een kwestie van leven of dood voor de vrouw, zal bij weinigen verzet ontmoeten. De praktijk leert echter dat patiënten bij wie de zwangerschap een directe of indirecte vitale bedreiging vormt, zeldzaam zijn. Hun aantal zal in de toekomst nog verder afnemen, naarmate het inzicht in de werkelijke risico's èn de kennis van behandelings- en preventie-methoden groter worden. Statistisch gezien is de praktische betekenis van de bovenomschreven indicatie dan ook gering. b. Er is geen sprake van een directe of indirecte vitale bedreiging, maar het voortbestaan van de vrouw „als volwaardig individu" is in het geding. Zij verkeert in „existentiële nood" en het uitdragen van de zwangerschap zal haar verdere ontplooiing ernstig en blijvend schaden. In het onderhavig rapport gaat men uit van het recht op leven c.q. de beschermwaardigheid van de ongeborene. De dokter verkeert dientengevolge in een onmogelijke situatie: hij moet de belangen van twee levens tegen elkaar afwegen. Het spreekt welhaast vanzelf dat met name de vrouwenarts, wiens opleiding en werk voor een belangrijk deel gericht is op het bevorderen en leiden van zwangerschap en geboorte, betrokken raakt bij deze „collisie van plichten". Dat geldt in minder sterke mate voor de psychiater en medisch maatschappelijk werk(st)er, wier scholing een andere gerichtheid bevordert, terwijl zij in hun dagelijks werk veelvuldig worden geconfronteerd met

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 306 Pagina's

1970 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 140

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 306 Pagina's