1970 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 169

E. BOEKER

133

daan. De inbreng vanuit de natuurwetenschappen bestaat uit het analyseren van de uitwerking van N.B.C.-wapens op de mens en zijn milieu. Ook de zgn. „vreedzame" toepassing van kernwapens zou daarbij critisch moeten worden bekeken. Hoe indrukwekkend een project als „plowshare" ook is, waar men lichte kernbommen gebruikt om kanalen te graven, het blijkt dat dit burgerlijke toepassen van kernexplosies ontwapeningsonderhandelingen gecompliceerder maakt. Dit illustreert hoe belangrijk het taalgebruik is. Het woord „vreedzaam" suggereert namelijk dat er bij deze toepassing geen ethische problemen zijn. Ook ziet men aan dit voorbeeld, dat een eenvoudige technische toepassing tot problemen aanleiding geeft waar men andersdenkenden als politicologen nodig heeft voor de analyse. Als tweede studieobject kan ik de energievoorziening noemen. Men zal schattingen moeten maken van de reserves aan fossiele brandstoffen, aan brandstof voor kernreactors en een prognose moeten opstellen over de tijd waarin kernfusie als energiebron zal dienstdoen. Men moet ook analyseren in hoeverre men de fossiele brandstoffen wenst te gebruiken als grondstof voor de productie van gebruiksartikelen als plastics enz. en in hoeverre men ze inderdaad zal verbranden. Het aantal mogelijkheden is hier legio en het is duidelijk dat een algemeen aanvaard toekomstmodel nodig is om het meest efficiënte gebruik te maken van de eindige hoeveelheid aan brandstoffen en grondstoffen. Bij het onderzoek van dit probleem heeft men naast natuurwetenschappers ook econometristen nodig, en misschien zelfs fantasten. Een Russisch geleerde -") heeft eens een toekomst geschetst waarbij de energieproductie op de maan plaats vindt met volledig geautomatiseerde electrische centrales, terwijl de energie naar de aarde zou worden getransporteerd via laserbundels. Aangezien op de maan geen levend wezen permanent aanwezig is zou men ook de milieuvervuiling ter plaatse minder ernstig hoeven te nemen. Dit brengt ons dat tot een derde punt van onderzoek: de milieuhygiëne. Hier zal men de vervuiling van het milieu moeten afwegen tegen de kosten, die een schoner omgeving meebrengen. Ook hier zullen de beslissingen die men neemt als gemeenschap, afhangen van het toekomstbeeld, dat die gemeenschap bezit. Het is daarom niet alleen een zaak van biologen en economen maar van allen, van wie het werk iets met de toekomst te maken heeft. Een natuurkundige zal hier een concrete bijdrage kunnen leveren. Het is bijv. bekend.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen