GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1970 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 128

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

100 In de lijn van dergelijke denkers stelt Thevenaz de vraag naar de status van de rede zelf Deze status is door en door „fragwurdig" Ten eerste omdat het kritisch redelijk denken pas op gang komt, wakker wordt door de „aanstoot" van een of andere schok-ervarmg, kritisch denken wordt geboren m een cnsissfeer Maar ten tweede ook omdat de rede alleen maar kan leven, kan voortbestaan, van vragen, tegenwerpingen, twijfel Dit IS reeds eerder gezegd, en Thevenaz kan daaraan dan ook herinneren Toch heet zijn boek (m deze vertaling) met de delicate rede, of de twijfelende rede, maar de dwaze rede De ,,kritiek der rede" hier bedoeld is nl een eigenaardige ze is afgestemd op de aanklacht van de Ie brief aan de Korinthiers de wijsheid van deze wereld is dwaasheid voor God Deze aanklacht IS een van de schokervaringen die de rede pas goed en wel aan het denken zetten, maar tegelijk een unieke schok-ervaiing, mzover de rede met deze vreemde aanklacht geen raad weet, geen raad kan weten Immers, ze wordt er nu niet van beschuldigd, onlogisch geredeneerd te hebben, onvoldoende doorgedacht of grenzen overschreden te hebben, maar ze wordt m haar diepste wezen geraakt door de verklaring van dwaasheid Thevenaz werkt dit scherp- en diepzinnig uit Toch stuiten we al vrij spoedig op deze moeilijkheid dat hij enerzijds die aanklacht opvat als een schok-ervarmg sui genens, welke de rede onverhoeds m een (onvergelijkbare) aporie stort, anderzijds deze aanklacht gericht laat blijven tot de „rede" als geadresseerde met een vastgelegde identiteit en ze zo afgestemd houdt op de verstaans- en reactiemogelijkheden van deze rede (ondanks p 135 bovenaan) , zelfs de reacties van radeloosheid en onzekerheid, hoe subtiel en „existentieel" ook beschreven, blijven dan toch nog „redelijk" Trouwens, de opzet

BOEKBESPREKING van het boek, met z'n twee hoofddelen, „De menselijke conditie van de filosofische rede" en „De christelijke conditie van de filosofische rede", verraadt iets van dezelfde tweezijdigheid Of moeten we zeggen tweeslachtigheid'' Ongetwijfeld beïnvloeden beide delen elkaar indringend Met het oog op de gecompliceerdheid van deze verhouding kan Van Peursen dan ook zeggen dat Thevenaz m zeker opzicht een verreikende vorm van christelijke bezinning en bewustwording geeft, terwijl hij anderzijds — maar niet daarnaast — een radicaal humanisme voorstaat (p 9, de uitspraak is op de flap overgenomen) We kunnen er aan toevoegen dat Thevenaz het zich bepaald niet gemakkelijk maakt Hij vlucht met in stichtelijkheden, maar blijft de problemen helder-analytisch, met Franse allure, stellen en bespreken Hij is volkomen op de hoogte van de oplossingen die m de loop van de geschiedenis zijn geprobeerd voor de kwesties m de verhouding ,,geloof" - „rede" en IS zich scherp bewust van de zwakheden die deze oplossingen vertonen Treffend maakt hij attent op „verzoekingen" die zich hierbij als vanzelf aan ons opdringen, verzoekingen tot verzet, tot abdicatie, maar ook tot neutraliteit, indifferentie, rationalisering, en speciaal tot grens-afbakenmg (p 32 e v , 125 e v ) Tenslotte komt hij dan tot de conclusie dat het juist de christelijke ervaring van centrale en „aanstotelijke" gebeurtenissen is, die de rede zichzelf kan doen worden, haar „open" kan maken, haar fundamenteel zelfvertrouwen en „autisme" aan het wankelen kan brengen en haar kan betrekken m de totale openheid en grenzenloze geëngageerdheid van de ware mens, die vanuit de aanraking met die centrale gebeurtenissen zijn „radicale historiciteit (117) heeft leren mzien en aanvaarden Het is ]uist de christelijke ervaring die de rede uit haar „goddelijkheid" dan wel uit haar „verdemonisenng" tot

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 306 Pagina's

1970 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 128

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 306 Pagina's