GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1970 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 203

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

W. KUYK

163

amerikaanse fenomeen is dus niet louter verklaarbaar uit het feit dat knappe wetenschapslieden op het amerikaanse leven geënt werden, maar veel meer uit het feit dat de mentaliteit van de amerikanen rijp was voor wetenschappelijke aktiviteit; en die mentaliteit is de mentaliteit van het pragmatisme, dat geen gelegenheid of methode onbenut laat om een bepaald doel te bereiken, tei-wijl het niet terugvallen kan en wil op traditie en op het reeds bereikte. Dit is de mentaliteit die maakt dat een Nobelprijswinnaar eerstejaarstudenten kollege geeft en met hen over zijn wetenschappelijk onderzoek diskussieert, een mentaliteit dus waarbij wetenschappelijk gezag minder gebaseerd is op positie en status, en meer op grondige kennis van het vak. Als men nu desondanks toch feilen aan wil wijzen in het amerikaanse systeem, dan kan men dat wel doen, maar dan moet men die zoeken in de gebrekkige aansluiting tussen het middelbare en het hogere onderwijs, en op het fragmentariese karakter van het middelbaar onderwijs zelf. Men kan dan wijzen op het daaruit ontstane „gevaar" van specialisme en vakidiotisme dat zeker in Europa minder aanwezig is. Onlangs verscheen er in de Notices of the American Mathematical Society i7) een artikel van de hand van William G. Spohn waarin hij de wiskundige situatie van de amerikaanse universiteiten ter diskussie brengt. De titel van zijn artikel is Can Mathematics be saved?, en daarin stelt hij dan vooral de vraag hoe het mogelijk zou zijn in de toekomst de wiskundige opleidingen weer tot een koherente eenheid samen te voegen. Hij vermeldt dat in vele universiteiten de klassieke wiskunde al niet meer door wiskundigen wordt gedoceerd maar door technici, ingenieurs en toegepaste wiskundigen, terwijl vele mensen die werken in moderne vakken de klassiek-wiskundige vraagstellingen al niet meer kennen. Inderdaad kan men dit fenomeen niet geheel los zien van het pragmatiese beginsel dat wie niet produceert maatschappelijk minder waardevol is, maar toch speelt ook hier een grote rol de omstandigheid dat in het vooroorlogse onderwijssysteem de kreativiteit in de zuiver intellektuele vakken zoals de wiskundige, niet sterk gestimuleerd werd i^). Deze vakken vragen om een manier van doceren waarin minder gelet wordt op de statiese kennis van de leerling, dan wel op het vermogen van de leerling om zelf resultaten te vinden. In een zeer brede zin zou men kunnen zeggen dat goed op het hoger onderwijs aansluitend middelbaar wiskundeonderwijs meer het aktieve vinden door de leerlingen van de resultaten benadrukt, dan het kennis nemen van de resultaten die door andere mensen reeds zijn uitgewerkt. Zulk stimulerend onder-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 306 Pagina's

1970 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 203

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 306 Pagina's