GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1970 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 265

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

EVOLUTIE VAN DE PROKARYOTEN*) DOOR

A. H.

STOUTHAMER

De levende organismen kunnen in twee groepen worden ingedeeld op grond van verschillen in de bouw van de cel; dit is gebleken uit elektronenmikroskopisch onderzoek aan dunne celcoupes. Deze indeling is het eerst voorgesteld door Dougherty in 1957. Hij lette alleen op het verschil in de bouw van de celkern. Op grond daarvan stelde hij de namen eukaryoten en prokaryoten voor deze groepen voor. Deze namen zijn afgeleid van karyon = kern. De voorvoegsels „eu" — en „pro" — werden gebruikt om aan te duiden, dat bij de eerste groep organismen een eigenlijke kern aanwezig is en bij de tweede groep slechts een lichaampje, dat alleen als voorstadium van een kern beschouwd kan worden. Tot de eukaryoten behoren alle hogere planten, dieren, protozoën, schimmels en de meeste algen. Tot de prokaryoten behoren alleen de bacteriën en blauwwieren. Later hebben Stanier en van Niel er op gewezen, dat er nog meer fundamentele verschillen bestaan in de bouw van prokaryotische en die van eukaryotische cellen. De eerste, vrij volledige, opsomming van deze fundamentele verschillen verscheen in 1963 in het leerboek „The Microbial World" van Stanier, Doudoroff en Adelberg. Verschillen in de bouw van prokaryotische- en eukaryotische cellen 1. Bij prokaryoten is het genetisch materiaal niet door een membraan omgeven. Bovendien is er slechts één chromosoom aanwezig, de vermeerdering daarvan geschiedt niet door meiose of mitose. Deze verschillen springen wel zeer sterk in het oog wanneer we een prokaryotisch organisme, Bacillus subtilis, vergelijken met een eenvoudig eukaryotisch organisme, Saccharomyces cerevisiae. Deze gist, die tenminste 17 chromosomen heeft, bezit een hoeveelheid genetisch materiaal, die slechts 2,5 - 3 maal zo groot is als de hoeveelheid van B. subtilis. *) Lezing gegeven op 11 juni 1970 voor de Leidse Biologen Vereniging.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 306 Pagina's

1970 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 265

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 306 Pagina's