1971 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 114

74

BESPREKING COUVÉE - MAG HET?

Dr. Lam wordt vervolgens geciteerd i.v.m. de onzekerheden van de evolutietheorie als werkhypothese. Van dr. Bavinck tenslotte komen dan diverse argumenten tegen „het evolutie-dogma", die duidelijk in de natuur-wetenschappelijke sfeer liggen (met alle respect voor de meningen van dr. B. meen ik toch dat er ernstig bezwaar bestaat meningen van 50 jaar geleden thans, nu er zoveel meer bekend is, nog te citeren). Tenslotte komt ds. Couvée terug op Lam en citeert: „evolutie is dus een historische wetenschap, en derhalve niet exact, maar berustend op grotere of kleinere waarschijnlijkheid" (pag. 13, cursivering van D. J.C.). Onzekerheid tegen zekerheid Tegenover alle onzekerheid stelt ds. Couvée in Hoofdstuk III de zekerheid van het geloof (ik kan de inhoud van dit hoofdstuk niet anders karakteriseren), in enkele voorlopige conclusies. Deze zijn bv. „zou - des neen! (ik hoop dat abituriënten van het V.W.O. deze constructie kennen) - de evolutieleer het bij het rechte eind hebben, dan valt moeilijk te ontkennen dat ook godsdienst, cultuur en ethos in de weg van evolutie zijn ontstaan. Dan is ook het christendom, Jezus zelf, geen vrucht van openbaring, geen ingreep van boven, doch gevolg ja waarvan?" (p. 16). Ja, waar blijven we dan? Onder deze titel komen in hoofdstuk IV enkele verschillende zaken aan de orde. Ik wil voorbijgaan aan de inleidende paragraaf („Als we nog jong zijn", p. 18) behalve één opmerking. Een tachtigjarige heeft méér tijd zijn jeugd te overzien dan iemand die voortdurend bezig is met „daagse beslommeringen". Ds. Couvée bedenke echter dat elke christen, jong of oud, geregeld voor dezelfde vraag komt: „Hoe kan ik verantwoorden wat ik denk". Deze - naar ik meen - christelijke bezinning is, zo komt het mij voor, onafhankelijk van leeftijd. Oordelen over anderen vanuit eigen jeugd komt mij gevaarlijk voor (en men vatte dit niet op als een quasi-christelijke relativering). Uit het volgende stukje citeer ik enige zinsneden die m.i. de essentie weergeven. „Daar (gesproken wordt over de zgn. deskundigheid van deskundigen die hun bronnen, de feiten niet zelf controleren) zou ik gemakkelijker overheen stappen, zoals ik dat op ander gebied ook moet doen, als het niet ging om Adam en Eva, om de zondeval, om. Matth.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen