1971 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 163

K. F. GUNNING

115

waarvoor reeds oplossingen in principe beschikbaar zijn gesteld door de wetenschap (22). III. D. Organisatorische problemen Naast de reeds genoemde primaire factoren, kan er een tekort ontstaan door slechte verdeling, door onvoldoende werkgelegenheid en beperkte opleidingscapaciteit bij een te snelle bevolkingsgroei. Voorts wijst bijv. Weinberg ook op de informatiecrisis door het snel toenemende aantal ideeënproducerende mensen (23). Dit zijn geen vraagstukken van een absoluut tekort, maar organisatorische problemen, die bijzonder veel fantasie, menselijke energie en grootscheeps verantwoordelijkheidsgevoel vragen. Ook het vraagstuk van de milieuverontreiniging is niet afhankelijk van het aantal mensen, maar van het aantal verantwoordelijke mensen. Dit vraagstuk van menselijke energie en verantwoordelijkheid zal in de volgende hoofdstukken nader worden bestudeerd (IV-VI) IV. Menselijke energie de knellende factor Uit het voorgaande moge blijken dat alle objectief vast te stellen tekorten in principe kunnen worden opgeheven door een drastische aanpak van de factoren die het tekort hebben veroorzaakt. Deze drastische aanpak is op elk afzonderlijk terrein reeds begonnen en heeft zijn eerste successen geoogst, zelfs op het terrein van de voedselproduktie, waar de obstakels het moeilijkst te overwinnen zijn. Men kan zich dus afvragen waarom men doorgaat zich te verontrusten over een dreigende overbevolking, terwijl alle tekorten, in verhouding waartoe men van overbevolking zou kunnen spreken, in ieder geval potentieel en gedeeltelijk reeds metterdaad afdoende zijn aangepakt, zonder dat men voor de eerstkomende honderd jaar verplicht is zijn toevlucht te zoeken bij geboortebeperking. Zijn er geen objectiveerbare factoren die tot dit ingrijpen dwingen, dan moet men concluderen dat het hierbij gaat om een gevoelsmatige instelling: een subjectief gevoel dat de mensheid niet boven een bepaalde grootte mag uitgroeien, geheel afgezien van het al of niet bestaan van tekorten. De moeilijkheid is natuurlijk dat wij geen vergelijkingsmateriaal hebben, daar wij maar één mensheid kennen, in statu crescendi. Niemand kan zeggen welke de optimale, of laten wij zeggen fysiologische grootte is van deze mensheid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen