1971 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 233
M. KUILMAN
177
waarden van de endogene psychosen decenniënlang het klinisch denken heeft beheerst, terwijl reeds GALTON aan het einde van de 19e eeuw met nadruk de aandacht had gevestigd op de interactie tussen „nature" en „nurture". Hoe het ook zij, de nosologici hadden met de indirecte endogeniecriteria, gekoppeld aan karakteristieke verschijnings- en verloopsvormen, een aantal klinische ziekte-eenheden geïsoleerd, wier voortdurend omstreden positie door hen met hand en tand werd verdedigd. Achteraf is het niet zo moeilijk om te constateren dat de wetenschappelijkheid van hun argumenten vaak werd overwoekerd door een met mystificaties bezwangerde rhetoriek. Het is van belang om zich er rekenschap van te geven, welke gevolgen de zojuist genoemde opvattingen hebben gehad voor de ontwikkeling van de psychiatrie. Dat de psychodynamisch georiënteerde beschouwingen geen voet aan de grond kregen, zal zonder meer duidelijk zijn. Endogene psychosen overvallen het individu immers als een fatum en alle pogingen om het ontstaan en verloop te beinvloeden zijn gelijkwaardig met de toverformules van geestenbezweerders. Er was geen plaats voor een nieuwe visie op etiologie en pathogenese der endogene psychosen, omdat het endogeniebegrip alleen al op semantische en logische gronden een multiconditionele benadering onmogelijk maakte. Immers: „endogeen" en „exogeen" zijn wederkerig exclusieve begrippen. Wat „binnen" is, kan niet terzelfder tijd „buiten" zijn. Zo worden deze kwalificaties opgenomen in een dichotomie, die rechtstreeks aansluit bij een monocausale diagnostiek. Daar komt bovendien nog bij dat de tegenstelling endogeen-exogeen niet beperkt bleef tot een somatisch referentiekader. Ze werd niet zelden misbruikt om het Cartesiaanse dualisme van lichaam en ziel in de psychiatrische diagnostiek te introduceren. De zojuist gesignaleerde manoeuvre had tweeërlei gevolg. Door sommigen werd de endogenic namelijk vereenzelvigd met een lichamelijke oorzaak en aldus kwam een „somatisering" (TELLENBACH) van de etiologie der endogene psychosen tot stand, geheel conform het materialistische ziektebegrip. Psychogene en situatieve voorwaarden werden herleid tot exogene — c.q. etiologisch irrelevante — factoren. Andere onderzoekers daarentegen hebben de endogenic „gelocaliseerd" in de psyche en buiten het somatische veld. Zo hebben K. SCHNEIDER en WYRSCH de oorsprong der endogene psychosen willen herleiden tot een „primare Verirrung der Seele" en niet zo lang geleden nog (1961) sprak TELLENBACH in dat verband over
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 324 Pagina's
![1971 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 233](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/orgaan-cvng-geloof-en-wetenschap/1971-geloof-en-wetenschap-orgaan-van-de-christelijke-vereeniging-van-natuur-en-geneeskundigen-in-nederland/1971/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 324 Pagina's