GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1971 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 155

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

K. F. GUNNING

107

III. Economische studie A. De factor voedsel 1. Huidige wereldvoedseïproduktie onvoldoende In de eerste plaats dient te worden vastgesteld dat, afgezien van alle mogelijk in de toekomst dreigende voedseltekorten, nu reeds door een deel van de mensheid honger wordt geleden. De meningen verschillen over de ernst van deze honger. In 1950 sprak men in FAO-kringen over tweederde der mensheid die ondervoed was. Daarbij heeft men waarschijnlijk 2600 cal als de gemiddelde dagelijkse caloriebehoefte per persoon aangenomen. Volgens anderen moet deze gemiddelde behoefte worden gesteld op 2240 cal per dag. Kort daarop sprak men dan ook van 10-15% van de wereldbevolking die ondervoed en 35-40% die slecht gevoed was (1). Consequent redenerend zou men dus nu reeds moeten vaststellen dat de mensheid lijdt aan het ziektebeeld overbevolking. Echter aan deze reeds bestaande overbevolkng kan geboortebeperking niets veranderen. Het is dus zeer begrijpelijk dat men ervoor huivert voor dit geval de term overbevolking te gebruiken, daar vermindering van reeds bestaande bevolking onmogelijk als „oplossing" kan worden geambieerd. Terecht spreekt men derhalve niet van overbevolking maar van voedseltekort. En men heeft dan ook gezocht naar de andere oplossing van dit zeer reële probleem: drastische verhoging van de voedselproduktie. In 1950 was de wereldgraanproduktie 692,2 miljard kg, in 1968 was deze 1179,5 (toename van 70%; de wereldbevolking was 2,5 miljard in 1950 en 3,5 miljard in 1969, toename 40%; FAO-Yearbook 1969). Maar als het mogelijk gebleken is deze voedselproduktie in een betrekkelijk korte tijd te verdubbelen, dan kan men zich afvragen wat de maximale produktiecapaciteit is van de aarde, om zodoende te kunnen beoordelen of bij voldoende inspanning op landbouwkundig gebied de toekomst van de mensheid ooit, en, zo ja, wanneer, door voedseltekort zal worden bedreigd. Daarbij moet men rekening houden met een verdubbeling per 30 jaar bij een groeipercentage van 2,5 per jaar, d.w.z. wij moeten aannemen dat zonder beperkende factoren in het jaar 2000 de wereldbevolking 7 miljard zal zijn en in het jaar 2100 omstreeks 70 miljard. III. A. 2. Wat is de maximale produktiecapaciteit van de aarde? Of anders gezegd: hoeveel mensen kan de aarde maximaal voeden?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 324 Pagina's

1971 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 155

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 324 Pagina's