GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1971 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 92

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

56

DE MYSTERIEUZE GLANS VAN BOERHAAVES NAAM

ook op het gebied van de biologie een meer bespiegelend karakter, en een medisch hoogleraar te Leiden, Theodoor Craanen, die in de Phïlosophia Cartesiana de hoogste wijsheid zag, beweerde dat deze ook voor de fysiologie onfeilbare beginselen aangaf, vanwaaruit de processen in het lichaam konden worden verklaard.. Hiertegenover stelde Boerhaave bij tal van gelegenheden met klem, dat onze kennis der natuur van de waarneming afkomstig is en moet zijn. Na de emeritering van zijn leermeester Burcher de Volder in 1705 was Boerhaave tot 1715, toen W. J. 's Gravesande tot hoogleraar werd benoemd, de enige op het continent van Europa, die vanaf een academische catheder de proefondervindelijke wijsbegeerte en de Newtoniaanse beginselen verdedigde. In dat licht moet ook bezien de op het eerste gezicht voor een medicus wel zeer eigenaardige keuze van het onderwerp voor zijn rectorale rede in 1715: Over het verkrijgen van zekerheid in de natuurkunde. Behalve tegen de ongunstige invloed van het late Cartesianisme op de natuurwetenschap en de geneeskunde, stelde Boerhaave zich teweer tegen een andere leer, die gevaarlijk bleek voor een gezonde ontwikkeling der geneeskunde, en wel die van de iatro-chemische of chemiatrische school, welke haar oorsprong vond bij Paracelsus, de tijdgenoot van Luther en, vanwege zijn onstuimige hervormingsdrang, dan ook wel de Luther medicorum genoemd. Paracelsus had in plaats van de elementenleer van Aristoteles die van de „tria prima", de drie eerste beginselen der materie geponeerd: zout, zwavel en kwik. De iatrochemici versmaadden veelszins de oude Galenische middelen: extracten, tincturen en afkooksels van geneeskruiden, en gingen hun patiënten te lijf met - veelal te - krachtig werkende scheikundige middelen als kwik en antimoon. Bovendien verklaarden zij de levensprocessen naar analogie van de reakties en de grove procédé's in het chemisch laboratorium, van zuur en alkali, opgevat als fundamentele principes in de natuur, en met fermentatie, opbruising en rotting. De scheikunde, nog in haar prille ontwikkeling, was nog niet rijp om aldus toegepast te worden op de fysiologie en pathologie. De fysica en mechanica waren veel verder en Boerhaave koos de zijde van de iatromechanici, en ontwierp een omvattend mechanistisch systeem van de geneeskunde, waarin hij echter, eclectisch te werk gaande, allerlei andere elementen opnam. Een systeem, een stelselmatig, evenwichtig, samenhangend overzicht van de geneeskunde - dat was het waaraan destijds een dringende behoefte bestond. Dertien eeuwen lang had men geleefd en ge-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 324 Pagina's

1971 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 92

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 324 Pagina's