GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1971 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 31

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

C. VAN DER MEER

15

gen, zoals Den Otter die heeft voorgesteld. De eis dat de behandelende geneesheer van de eventuele donor geen lid is van het transplantatieteam is zeer verstandig te noemen. Het transplantatie-dilemma zal wel niet op te lossen zijn. Mijns inziens is er ook niet zo veel toekomst voor dit soort transplantaties. Het aantal werkelijk geschikte organen, dat zich daarvoor leent, zal een fractie zijn van de behoefte. De toekomst zal gaan naar kunstmatige of eventueel dierlijke organen.

„It would be wonderful if, even once, we could help a patient „mature" his own death" (Bulger)

Bij de chronische vorm van de onvermijdelijke dood kan zowel de „gezonde" ongeneeslijke als de ,,zieke" ongeneeslijke voorkomen. De eerste is stervende aan een kwaal, maar hij weet het niet, want hij voelt zich goed en heeft geen klachten; de tweede voelt zich werkelijk ziek. In wezen zijn het de twee fasen, die iedere ongeneeslijke doormaakt. Alleen de duur der fasen is individueel zeer verschillend. De arts wordt met de tweede fase geconfronteerd. Een bijzonder moeilijke confrontatie. Het is de begeleiding van de stervende. Een zaalpatiënt vertelde mij in vertrouwen (en in de literatuur zijn meer voorbeelden hiervan beschreven): „Ik heb het wel gezien. Als iemand ernstig ziek is, dan vliegen en rennen jullie, totdat het duidelijk is, dat de patiënt zal sterven. Dan gebeurt er weinig meer en de dokter komt maar zelden". In wezen is dit een felle aanklacht. LeShan objectiveerde dit. Hij mat de tijd tussen het bellen van de patiënt en de aankomst van de verplegende. Naarmate de dood naderde werd de tijdsduur groter (ontleend aan Berger). De verpleegster, maar ook de arts weet geen raad met de situatie, vermijdt het bezoek aan de stervende of maakt dit zo kort mogelijk. De arts benadert de patiënt alleen wetenschappelijk en doet hem dan tekort. Hij dient hem ook menselijk te benaderen, waarbij hij zijn eigen religieuze overtuiging niet zal kunnen buiten sluiten. Hij faalt veelal volkomen in de voorbereiding van zijn patiënt op de naderende dood. Problemen bij dit sterven te over.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 324 Pagina's

1971 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 31

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 324 Pagina's