GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1971 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 39

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

SAMENVATTING EN CONCLUSIES VAN HET PROEFSCHRIFT „MEDISCH-JURIDISCHE ASPECTEN VAN HET EINDE VAN HET MENSELIJK LEVEN" WAAROP MEVROUW MR H A H VAN TILLD'AULNIS DE BOUROUILL VRIJDAG 18 DECEMBER 1970 AAN DE RIJKSUNIVERSITEIT TE LEIDEN PROMOVEERDE TOT DOCTOR IN DE RECHTSGELEERDHEID *) (De cijfers tussen haakjes verwijzen naar de desbetreffende hoofdstukken en paragrafen)

1. Deze verhandeling betreft de medisch-juridische aspecten van het eind van het menselijk leven. De nieuwe mogelijkheden van de geneeskunst en de techniek (II, 1-2) roepen nieuwe vragen op ten aanzien van de grenzen van leven en dood, de rechten van de patient en de verplichtingen van de arts. Deze worden, schematisch vereenvoudigd, besproken. Hierbij worden als juridische uitgangspunten vooropgesteld de - gedeeltelijk ongeschreven - persoonlijkheidsrechten van de mens op leven, lichamelijke integriteit en beschikking over eigen lichaam (I, A). Op grond van ethische overwegingen wordt het recht op een onverstoord sterven geformuleerd en verdedigd (I, B, 1-4) en op bepaalde gronden onderscheiden van een eventueel recht op zelfmoord. (I,B, 5). De juridische verplichtingen van de arts worden behandeld ten aanzien van zijn gedragingen als contractpartner of als zaakwaarnemer (I, C). In beide gevallen is de bevoegdheid van de arts om inbreuk te maken op de lichamelijke integriteit van de patient juridisch begrensd door de geldige wil van de patient. Ten einde zijn mening te kunnen vormen en zijn wil te kunnen verklaren heeft de patient recht op alle relevante informatie, op voor hem begiijpelijke wijze aangeboden. De arts is verphcht deze informatie te geven. De wil van de patient is gebaseerd op wat hij als zijn belang ziet. Dit hoeft niet overeen te komen met wat de arts als het belang van de patient ziet. De patient mag weigeren een door de arts voorgestelde medische behandeling te ondergaan (I; IV, 3a en 4a). Het afleggen van een geldige wilsverklaring, c.q. weigering, legt de aansprakelijkheid voor de gevolgen daarvan bij de patient. Een garantie voor de geldigheid van de wilsuiting van de patient, als vastgelegd in een tevoren afgelegde schriftelijke verklaring van weigering van levensbehoudende behandeling, zou kunnen worden gevonden in de eis van medeondertekening daarvan door een arts (I,C, 3). * Het volgende is de tekst van het aan de Redactie dd ll-12-'70 gezonden persbericht nr 154

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 324 Pagina's

1971 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 39

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 324 Pagina's