De Vrije Universiteit - haar ontstaan en haar bestaan 1880-1930 - pagina 40
Ter gelegenheid van har halve-eeuwfeest, in opdracht van heeren directeuren der Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag, historisch geschetst door J.C. Rullmann
PENNESTRIJD
Vooral dit tweede strijdschrift was een meesterstuk van
polemiek. Het handhaafde het goed recht der Vereeniging
voor H. O. tot Universiteitsstichting zóó schitterend en
overtuigend, dat er op dit punt althans nooit meer een aan-
val is gewaagd. De strijd hierover was met „Strikt genomen"
beslist. Allen, die er zich over uitlieten, vrienden zoowel als
vijanden, gaven daarvan duidelijk en eenstemmig getuigenis.
En al was het bedoelde strijdschrift ook rechtstreeks
tegen Dr Bronsveld gericht, het was toch tevens een ant-
woord op twee brochures, die uit de Christelijke Gerefor-
meerde Kerk bedenkingen inbrachten: de eene van Ds H.
Beuker, ter ontwikkeling van een zestal bezwaren tegen den
grondslag der Vrije Universiteit, en de andere van Ds L.
Lindeboom, in den vorm van een Open Brief aan Dr A.
Kuyper. Wel werden de bedenkingen dezer twee predikan-
ten in Dr Kuypers Strikt genomen niet opzettelijk ter
sprake gebracht en afzonderlijk weerlegd. Maar wat daarin
voorkomt over de verhouding tusschen de Universiteit en
de Kerk was toch een voldoende beantwoording, wat de
zaak betreft, waarop die bedenkingen betrekking hadden.
Dr Kuyper formuleerde hier zijn zienswijze in deze 8
stellingen:
1. Een Gereformeerde universiteit staat binnen den omtrek det
Gereformeerde kerk; maar binnen dien omtrek met zelfstandige orga-
nisatie ; souvereiniteit in eigen kring genietend; ongeveer als het huis-
gezin, de school, de pers, enz.
2. De kerk oefent dus geen regeer- of rechtsmacht uit over de
universiteit of eenig deel van dit geheel, anders dan voor zoover de
personen die er aan verbonden zijn, als kerkleden onder haar tucht
staan.
3. De kerk heeft recht en bevoegdheid, om de wetenschappelijke
ontwikkeling, die zulk een universiteit aan de godgeleerdheid geeft,
zoodra ze afwijkt van de geestelijk-ware paden, openlijk te wraken,
en baat dit niet, alle kerkleden, die dit kwaad zijdelings of rechtstreeks
steunen, kerkelijk te diffameeren en ten leste te excommuniceeren.
4. De kerk heeft den plicht en de roeping, om mannen die, aan
zulk een universiteit gevormd, zich voor den predikdienst aanbieden,
34
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1930
Publicaties VU-geschiedenis | 244 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1930
Publicaties VU-geschiedenis | 244 Pagina's