De Vrije Universiteit - haar ontstaan en haar bestaan 1880-1930 - pagina 110
Ter gelegenheid van har halve-eeuwfeest, in opdracht van heeren directeuren der Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag, historisch geschetst door J.C. Rullmann
HET ACADEMISCHE LEVEN
Ds Ferwerda beschreef, toen hij het had over de periode,
die begrensd wordt door de jaren 1895-1901, een periode,
waarin het driemanschap Kuyper-Rutgers-Woltjer nog in
volle kracht was. ,,Welk een tijd was dat. Onze Univer-
siteit was klein. Haast bij het ridicule af. En toch voelden
wij ons zoo rijk. Er waren wel tal van ,,vota academica",
naar wier vervulling wij gretig uitzagen: de opleiding, die
wij ontvingen, was, uit een universitair oogpunt bezien,
verre van volkomen, in menig opzicht gebrekkig zelfs, maar
door de bezielende kracht, die van deze drie mannen —
want mannen waren het in den volstcn zin des woords! —
uitging, werd zoo veel vergoed. Wij waren trotsch op hen.
Wij vertrouwden hen onvoorwaardelijk. Het was onze
oprechte begeerte ons door hen te laten vormen. De eenheid
des geloofs en des Geestes, die hen zoo kennelijk verbond
tot een drievoudig snoer, gaf ons, hun leerlingen, grond
onder de voeten. Calvinist? Wij durfden het te wezen.
Wij wenschten niet anders te zijn, zooals zij het waren —
in hart en nieren."
Treffend is echter de toon van verootmoediging, waar-
op Dr A. Kuyper meermalen over dat onderwijs in de
eerste jaren onzer Universiteit sprak. De eene maal heette
het tot zijn Ambtgenooten: ,,Komt, sluiten we dan ook
voor den nieuwen cursus ons hartelijk aaneen. Er moet
streng, veel, diep door ons gestudeerd worden, met een
studie, die al onzen tijd, die al onze kracht, die al de
energie van ons hart in pand neemt. Gereformeerde leer
zonder gereformeerde praktijk vloekt, en daarin juist
blonk eens de eere onzer vaderen, dat hun praktijk niet
op de methodistische buitenposten, maar in het hart der
veste schitteren mocht; voor ieder op zijn eigen erf. Zij er
daarom in klimmende mate conscientie óók in onze
studiën." Een ander maal klaagt hij, dat uit de leerkrachten
onzer Universiteit vaak veertig procent van het beschik-
baar vermogen wordt overgeleid naar staatkundige of
98
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1930
Publicaties VU-geschiedenis | 244 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1930
Publicaties VU-geschiedenis | 244 Pagina's