De Vrije Universiteit - haar ontstaan en haar bestaan 1880-1930 - pagina 160
Ter gelegenheid van har halve-eeuwfeest, in opdracht van heeren directeuren der Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag, historisch geschetst door J.C. Rullmann
DE LITTERARISCHE FACULTEIT
van de reuzentaak, om als eenling voor heel de Litterarische
Faculteit te staan, haar trouw blijvend, niettegenstaande
herhaalde pogingen, door Rijkshoogescholen gedaan, om
der Vrije Universiteit haar ,,ooilam" te ontnemen. Want
meer dan geld en gemak, gingen hem de beginselen onzer
School ter harte, en het opsporen dier beginselen ook voor
het terrein der diepste Icvensgedachten, was en bleef de
heerlijke taak, waartoe hij zich van God verkoren en ge-
roepen wist.
Een niet geringe steun werd hem straks zijn ambt-
genoot Geesink, die de geschiedenis der wijsbegeerte en de
logica doceerde. Maar met dat al bleef de Litterarische
Faculteit jarenlang stiefmoederlijk bedeeld.
Hoe hij zich, overeenkomstig het organisme der Vrije
Universiteit, de ontwikkeling dezer faculteit dacht en
welke maatregelen moesten genomen worden om die ont-
wikkeling te bevorderen, en gevaren die haar dreigden, af te
weren, zette Woltjer uiteen op de Jaarvergadering in 1900.
Daarbij ging hij uit van het feit, dat de litterarische facul-
teit in de eerste plaats ten doel had wetenschappelijk onder-
wijs te geven in taal en letterkunde in het algemeen, in
't bijzonder in het Nederlandsch, het Grieksch en het
Hebreeuwsch; en voorts in de moderne talen, in het Sans-
kriet en de talen van het Oosten: het Arabisch, het Syrisch,
het Koptisch, de talen van het oude Assyriƫ en Babyion
en de taal van het oude Egypte, en eindelijk niet het minst
in de talen van onzen Indischen Archipel, vooral met het
oog op de Zending onder Heidenen en Mohammedanen.
T o t deze faculteit behoorde voorts de geschiedenis in haar
geheelen omvang, de geschiedenis van Nederland zoowel
als de wereldgeschiedenis van den ouden en den nieuwen
tijd, de geschiedenis van het staatkundig en maatschappe-
lijk leven der volken, maar ook de geschiedenis der gods-
diensten, der wetenschappen en kunsten. In de derde plaats
behoorde dan nog tot de litterarische faculteit het geheelc
146
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1930
Publicaties VU-geschiedenis | 244 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1930
Publicaties VU-geschiedenis | 244 Pagina's