De Vrije Universiteit in oorlogstijd - pagina 185
PHOF. MB J. OHANJE 171
de vraag niet onder de oogen gezien moet worden, of zij niet beter
gesloten kon b 1 ij v e n. Allerwegen immers gaat de kreet op: zoekt
de eenheid; weg met al het aparte. Bezinning op zulk een oogen-
blik, als wij thans beleven, is zeker geboden. Heeft onze Universiteit
nog recht en reden van bestaan? Een beroep erop, dat zij zich
tijdens den oorlog goed gedragen heeft, is niet voldoende recht-
vaardigingsgrond voor haar zelfstandig blijven voortbestaan. Daar
is meer voor noodig.
Bezwaren zijn er immers zeker tegen het apart staan als bijzondere
Universiteit. Het uitdragen van eigen beginsel onder andersdenken-
den wordt erdoor bemoeilijkt. In een klein land als het onze is
het zelfs aan de openbare Universiteiten, waar men een veel rui-
mere keuze van candidaten heeft, moeilijk eiken katheder op be-
hoorlijke wijze te bezetten. Om eenige voorbeelden te noemen:
waar haalt men voor alle Universiteiten goede rechtshistorici van-
daan? Hoe moet in de zeven vacatures voor wiskundigen worden
voorzien?
Verder: de financieele vraag is voor de toekomst een onrust-
barende.
Om deze en andere redenen is de vraag onder de oogen te zien,
of samenwerking met andere Universiteiten voor ons tot de moge-
lijkheden behoort. Heel andere factoren spelen hier een rol dan bij
het Lager Onderwijs: het Lager Onderwijs is zaak van de ouders;
het Hooger Onderwijs is dit in veel mindere mate.
Ook moet worden erkend, dat er veel aan de Openbare Univer-
siteiten in goeden zin veranderd is sedert in 1880 onze Universiteit
gesticht werd. Meer en meer wint de overtuiging veld, dat weten-
schap in haar diepsten grond een zaak is van geloof. Met erkente-
lijkheid gedenken wij het werk van den zoo juist afgetreden hoog-
leeraar Paul Scholten. Ook is het verblijdend, dat, mede blijkens
de geciteerde brochures, overal meer en meer begrepen wordt, dat
Hooger Onderwijs niet slechts is een zaak van technische vakop-
leiding, maar dat het ook, en misschien zelfs vooral, is een zaak
van opvoeding, van vorming tot voldragen wetenschappelijk
mensch. De Vrije Universiteit stond en staat echter nog steeds op
het standpunt, dat die opvoeding, die vorming behoort te geschie-
den op den grondslag van de calvinistische beginselen. Zij streeft
ernaar, het geheele onderwijs in al zijn geledingen te doortrekken
van deze beginselen. En zij blijft overtuigd, dat alleen hooger on-
derwijs, dat van deze beginselen doortrokken is, beantwoorden kan
aan het doel, eenerzijds jonge menschen voor te bereiden voor zelf-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1946
Publicaties VU-geschiedenis | 200 Pagina's
![De Vrije Universiteit in oorlogstijd - pagina 185](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/publicaties-vu-geschiedenis/de-vrije-universiteit-in-oorlogstijd/1946/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1946
Publicaties VU-geschiedenis | 200 Pagina's