De Vrije Universiteit in oorlogstijd - pagina 184
170 DE V.U. IN OORLOGSTIJD
bare Universiteiten. Wij z ij n een Civitas Academica, wij hebben
een Universiteit, bezield door een „Nieuwe Gedachte", zooals
Heringa en Straub die als ideaal zich denken.
Alleen maar, wij weten zelf niet steeds meer, hoe rijk wij wel zijn.
Wij verwaarloozen onze eigen weelde. Wij hebben ons studium
generale. Maar wat maken wij ervan? Wij hebben onze eigen „cen-
trale gedachte", maar hoe sterk leeft die bij ons?
Wat baten alle plannen voor cultureele vormmg, voor lichamelijke
ontwikkeling, voor vernieuwing van den geest van ons onderwijs,
als de docenten niet tegenover zich vinden studenten, die werkelijk
student willen zijn? Denk slechts aan het ontstellend groote aantal
der lijntrekkende en ten eenenmale niet in de studie geïnteresseer-
de, door niets of niemand tot eenige activiteit te brengen inge-
schrevenen, wier hoogste wetenschappelijke prestatie is: het uit hun
hoofd leeren van door repetitoren voor hen uitgekauwde excerp-
ten en karren-reeksen. Misschien kan door psychotechnisch onder-
zoek een selectie van studenten plaats vinden en kunnen de niet-
geïnteresseerden geweerd worden van de Universiteit.
Wat baten ook alle plannen, als de studenten tegenover zich vin-
den docenten, die voor hen ongenaakbaar zijn en die reeds van te-
voren elk streven naar vernieuwing bestempelen als onbekookte
wildheid.
Directeuren, Curatoren, docenten en studenten, zij moeten open-
staan voor suggesties tot v e r b e t e r i n g van de beroepsoplei-
ding, de lichamelijke opvoeding, de sociale en cultureele vorming
der studenten; maar alles hangt tenslotte af van U, dames en hee-
ren studenten. Op U doe ik een beroep. Doet al het mogelijke om
van deze Universiteit iets te maken, waarover niet alleen anderen
met lof spreken, maar waarover wij zelf tevreden kunnen zijn. Ik
doe ook een beroep op de oud-studenten onzer Universiteit. Onze
reünisten-organisatie is lang niet, wat zij moet zijn. Iedereen moet
zich er in thuis voelen; elk der oud-studenten moet zich bewust
worden van een blijvende taak tegenover de Alma Mater en tegen-
over de daar studeerende jeugd. Allen tezamen moeten wij meer
zijn: bewuste Christenen, met bewuste doelstellingen in ons leven.
Voordat ik thans het rectoraat ga overdragen aan mijn opvolger,
moge ik eerst nog een kort woord spreken over de beteekenis van
die overdracht in dit bijzondere jaar. Onze Universiteit is gesloten
geweest. Het opnieuw openen is een d a a d , vooral als men die
beziet in het licht van de suggesties, of ook ten aanzien van haar
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1946
Publicaties VU-geschiedenis | 200 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1946
Publicaties VU-geschiedenis | 200 Pagina's