De Vrije Universiteit in oorlogstijd - pagina 180
166 DE V.U. I N O O R L O G S T I J D
Watenstedt en Nienburg. Ik kan veel goeds van deze overigens
verschrikkelijke reis dwars door het toen reeds zoo ontstellend
geteisterde Duitschland vertellen. Mijn algemeene indruk is, dat de
Nederlandsche studenten zich daar behoorlijk gedroegen, niet fra-
terniseerden, zooveel mogelijk saboteerden, en met gevaar voor het
leven trachtten naar Nederland terug te keeren.
Ook heb ik geconstateerd, dat deze studenten het over het alge-
meen zeer hard te verduren hadden: te weinig voedsel; overmatige
arbeidsuren; onvoldoende kleeding en schoeisel; soms schokkende
hygiënische omstandigheden; koude; ongedierte; in vele plaatsen
voortdurend doodsgevaar door bombardementen; geestelijke en
cultureele verwaarloozing. Zij zijn over het algemeen voldoende
gestraft voor hun fout, zich te melden, een fout, die de groote
meerderheid van hen nu als zoodanig inziet en erkent. Zij erken-
nen, dat zelfs de bedreiging met geweld tegenover hun ouders en
voogden geuit, geen rechtvaardigingsgrond voor hun gaan naar
Duitschland was. Zij hebben zich toch feitelijk, zonder daartoe met
geweld gedwongen te zijn, in dienst gesteld van den vijand. En van
hun goede bedoeling, te saboteeren, is dikwijls weinig terecht ge-
komen. Het is nu eenmaal zoo, dat in vele gevallen machines het
tempo van den arbeid aangeven, en niet de arbeider. Men kan wel
eens een beitel in een draaibank gooien en deze min of meer ruï-
neeren, maar dit kunstje kan men toch ook maar een enkelen keer
vertoonen. Vele Duitschlandgangers hebben dus wel degelijk hulp
aan den vijand verleend. Maar menige student heeft met zijn leven
geboet voor dit kwaad, menige andere met zijn gezondheid en ik
twijfel er niet aan, of allen zullen op den tijd, in het vijandelijk
land doorgebracht, terugzien als op een nachtmerrie.
Van allerlei zijden wordt hulp aangeboden aan studenten, die hetzij
wat hun gezondheid betreft, hetzij in financieel opzicht, zich in
ongunstige omstandigheden bevinden. Binnen- en buitenlandsche
beurzen en verblijf aan buitenlandsche Universiteiten zijn de voor-
naamste middelen, waarmede vriendenhand soulaas wil brengen.
Voor de velerlei hulp is ook de Vrije Universiteit erkentelijk.
Herstel wordt gezocht van het onrecht, ons aangedaan in oorlogs-
tijd toen aan de studenten van de Vrije Universiteit alle Rijks-
beurzen werden ontnomen.
Een interacademiaal comité is opgericht voor hulp aan instellingen
van Hooger Onderwijs, waarin onzerzijds zitting hebben de direc-
teur Mr G. H. A. Grosheide en de hoogleeraar G. J. Sizoo.
In het eerder dan het Noorden bevrijde Zuidelijke Nederland is
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1946
Publicaties VU-geschiedenis | 200 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1946
Publicaties VU-geschiedenis | 200 Pagina's