De Vrije Universiteit in oorlogstijd - pagina 49
PKOF. D B D. N A U T A 45
het vermelde schrijven van den secretaris-generaal. In zooverre
werd aan diens verlangen, dat het hoofd van de afdeeling Hooger
Onderwijs nog mondeling uitdrukkelijk had herhaald, tegemoet-
gekomen. In het rondschrijven aan de studenten, waarin ik van
een en ander mededeeling deed, voegde ik er evenwel meteen
de mededeehng aan toe, dat van 12 April af tot nader order
geen colleges gehouden en geen examens afgenomen zouden
worden en dat aan toezending van onderteekende ver-
klaringen door de Vrije Universiteit geen gevolg gegeven kon
worden. Degenen, die de verklaring wilden onderteekenen, ver-
wees ik ter inzending naar het Departement van Opvoeding,
Wetenschap en Kultuurbescherming. De toezending der formu-
lieren had de bedoeling, ieder der studenten in de gelegenheid te
stellen desgewenscht de verklaring te teekenen. Ieder moest in
vrijheid en op eigen verantwoording kunnen beslissen, want niet
de Universiteit, doch de studenten persoonlijk zouden de gevolgen
der beslissing hebben te dragen. Tegelijk werd echter bondig, maar
duidelijk genoeg te verstaan gegeven, dat de Vrije Universiteit
zelve aan deze zaak haar medewerking meende te moeten ont-
houden. Voor een breedere uiteenzetting van haar standpunt was
in deze kennisgeving, die zoo objectief mogelijk diende te blijven,
geen plaats. Dat standpunt kon men trouwens uitvoerig lezen in
de missive van 2 April, gericht aan den secretaris-generaal, aan
welke missive een vrij ruime verbreiding was gegeven.
Voorzoover mijn inlichtingen reiken, moeten 36 studenten de
„loyaliteitsverklaring" hebben geteekend en ingezonden. Van deze
36 behooren er 19 tot onze oorspronkelijke studenten en zijn de
overige 17 tusschentijds van andere Universiteiten tot ons over-
gekomen.
Voor de volledigheid is het goed hier mededeeling te doen van de
correspondentie, waartoe de vorengenoemde missive van 2 April
aanleiding heeft gegeven. De secretaris-generaal zond, onder ver-
wijzing naar de door hem gehouden radiotoespraak, 9 April een
haastig-gesteld antwoord in. Hij hield daarin staande, zijn bevoegd-
heid niet te hebben overschreden. De meening dat onderteekening
zou zijn een vrijwillig aanvaarden van den arbeidsinzet, zei hij
niet te kunnen deelen; in dien gedachtengang, zoo merkte hij op,
zou een niet-onderteekenen dit ook zijn, aangezien bekendgemaakt
was, dat de weigerachtigen aanstonds voor den arbeidsinzet zouden
worden gegrepen. Bepaald fel luidde de middenmoot van den brief,
waar o.m. te lezen stond: „Indien directeuren en curatoren der
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1946
Publicaties VU-geschiedenis | 200 Pagina's
![De Vrije Universiteit in oorlogstijd - pagina 49](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/publicaties-vu-geschiedenis/de-vrije-universiteit-in-oorlogstijd/1946/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1946
Publicaties VU-geschiedenis | 200 Pagina's