Dr. Abraham Kuyper en de Vrije Universiteit - pagina 293
Kuyper ontkende geheel ten onrechte, dat Scholten hem die methode
had geleerd.
Vervolgens bevestigde Kuyper zijn standpunt tegenover Lohman in de
rede Scholastica II, 'om het zoeken of om het vinden? of het doel van
echte studie'. Ook in deze rede voor de studenten, ging het tevens over
de strijd met Lohman, die de waarheid wilde zoeken, terwijl Kuyper een
school wilde vormen met zijn eigen vaste inzichten.
Het ging Kuyper aan de VU 'om heel het volk tot zekerheid, tot vast-
heid van overtuiging, tot weten te brengen.'
Maar toch werd ook in die vele Herautartikelen een opening naar
Lohman gemaakt, waarschijnlijk omdat Kuyper toen al dacht aan een
herziening van de Hoger Onderwijswet.
Tegenover Bavinck werd een andere tactiek gevolgd. Naar de zijde
van de Afgescheidenen polemiseerde Kuyper uiterst zelden. Feiten spra-
ken voor de beginselvaste Afgescheidenen volgens zijn inzicht krachti-
ger taal dan argumenten, waarop zij immers terug zouden komen met
tegenargumenten. Het gevolg was dan ook dat de Afgescheidenen
klaagden, dat Kuyper nooit op hun argumenten inging. (Kuyper had in
Leiden geleerd om niet op kritiek in te gaan. Hij koos dan ook altijd
zelf zijn tegenstanders en het onderwerp van de pennestrijd. Die tegen-
standers waren meestal de conservatieven en de ethischen, en vrijwel
nooit de Afgescheidenen.)
Nog voor de synode van de Gereformeerde Kerken bijeenkwam en
dus ook voordat het voorstel van Bavinck daar besproken kon worden,
ging de VU haar gelederen versterken. Op 28 juni 1899 werd besloten
tot aankoop van het pand Keizersgracht 164 en de volgende dag werd
Kuypers oudste zoon, dr. H.H. Kuyper, voorgedragen als hoogleraar in
de theologie. Dat betekende een feitelijke verwerping van Bavincks
voorstellen.
Een week eerder was Abraham Kuyper jr. gepromoveerd tot 'doctor
in de heilige godgeleerdheid op gezag van den rector Dr. Mr. (sic!) A.
Kuyper'. Rutgers was zijn promotor; niet deze promotor, maar zijn va-
der kreeg de hoogste lof:
'God heeft U de genade en de onvergankelijke eere geschonken de
Regenerator van het Calvinisme in onze eeuw te mogen zijn, de
Vader van het Calvinisme, herboren naar het bewustzijn dezer
eeuw. Ik dank God den Heere dat Hij U aan ons volk, aan onze
Universiteit, aan onze Kerk, en ons Vaderland schonk.'
Die vader verdiende zeker ook lof, bijvoorbeeld omdat hij in Amerika
in de bibliotheek van dr. Jacobus te Hartford de uiterst zeldzame Opu-
287
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 374 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 374 Pagina's