GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 402

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 402

De Vrije Universiteit van 1905 tot 1955, een halve eeuw geestesgeschiedenis van een civitas academica.

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

begrip beide, lichaam en psyche. In zekeren zin zou men dan ook de

psychosomatische geneeskunde nog vleselijk kunnen noemen.

Dit inzicht geleek veel op de oplossing van Waterink voor de

moeilijkheden van de traditionele Calvinistische zielkunde. Evenals

Waterink zag Lindeboom in dat de erfelijkheid ook de ziel betrof

en meende ook hij dat er een door God geschapen derde element

onderscheiden moest worden. In een lezing te Berlijn zei hij: 'Die

Erblichkeit ist ein gewaltiger Faktor, welcher den ganzen Menschen

nach Seele und Leib das ganze Leben hindurch bestimmt.' Ook bij

Lindeboom was de geest het hogere in de mens, waardoor hij met

God kon omgaan. 'In Geist auch hort der Mensch die Stimme

Gottes, fühlt er seine Nahe und genieszt er seine Gemeinschaft.'

Lindeboom was het met de dichotomie van A. Kuyper oneens.

Ook keerde hij zich duidelijk tegen de stelling van A. Kuyper dat

de geneeskunde zich alleen met het zieke lichaam mag

bezighouden. In zijn studie Kuyper over de geneeskunde schreef hij

daarover: 'Wij hebben de vloek van deze boze daad beleefd. De

geneeskunde is een natuurwetenschap geworden, en is daardoor in

een crisis geraakt, waaruit zij zich eerst thans tracht op te heffen.'

Lindeboom heeft zijn antropologische inzichten, die op

Paracelsus als de 'eerste christenarts' teruggingen, niet breder

uitgewerkt. Wel vindt men die inzichten terug in zijn inaugurele

oratie over De ziel in de Geneeskunde (1950) en in de plechtige

rede op de feestelijke bijeenkomst ter gelegenheid van de 85-ste

dies natalis der VU over Natuur en Geest in de Geneeskunde (1965).

Op de geest als het hogere, te onderscheiden van lichaam en ziel,

die een wisselwerking op elkaar uitoefenen, wees hij heel duidelijk

in zijn bijdrage aan de serie colleges over De Mens in de

Wetenschap. De arts moet beseffen 'dat de zieke mens veel meer is

dan een homo machina, méér ook dan een homo natura.'' Hij moet

beseffen dat de mens 'in zijn pneuma, zijn spirituahteit, zijn diepste

wezenskem heeft, en daarom een homo aetemus is, die het

natuurlijke en ook het psychosomatische leven transcendeert.' Die

diepste wezenskern noemde Lindeboom ook een in de mens

aanwezige eeuwigheidskern.

Lindeboom verwees graag naar Paracelsus als een christenarts.

Met zijn trichotome antropologie noemde Lindeboom dus zelf al

het type waarbij hij, volgens het schema van Vollenhoven, aansloot.

Maar Lindeboom behoorde volgens de 'probleem-historische

396

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's

De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 402

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's