Dr. Abraham Kuyper en de Vrije Universiteit - pagina 266
gische wereldbeschouwing van de Romantiek. In het romantisch-
idealisme was het biologisch gezichtspunt zozeer dominerend, dat van
een organologische wereldbeschouwing gesproken kan worden. Volgens
Kuyper moest 'de organische gedachtenwereld, die in de kosmos ligt'
worden opgespoord, omdat daardoor, naar hij oordeelde, zijn Encyclo-
paedic een wetenschappelijk karakter kreeg.
Al veel eerder, in 1870, sprak hij over de kerk-als-organisme, alsof de
biologische categorie ook op de kerk van toepassing is.
In de term 'organische gedachtenwereld' vinden we de verbinding tus-
sen Calvinisme en Romantiek uitgedrukt. Immers die gedachten komen
uit Gods Raad (Calvinisme) en ze liggen organisch in de kosmos (Ro-
mantiek), waaruit ze wetenschappelijk opgespoord moeten worden
(Kuyper, Encyclopaedic).
Vanuit deze verbinding volgen we Kuyper in twee richtingen, eerst in
de richting van zijn wetenschapsleer en antropologie, en dan in die van
zijn theologie en cultuurbeschouwing.
Nogmaals merken we op dat we van de uitvoerige beschouwingen van
Kuyper, slechts een samenvatting geven. Wellicht vindt men deze ge-
dachtengangen achterhaald en oninteressant. Maar dat waren ze toen
niet, ze behoren bij de geschiedenis van geloof en wetenschap aan de
VU. En als men zich er in verdiept, dan blijkt dat de problemen vaak
wel actuele betekenis hebben, ondanks de voor ons vreemde theologi-
sche beschouwingen.
Kuypers wetenschapsleer ging uit van het onderscheid tussen de
kosmos en de organische gedachtenwereld, die daarin ligt. Daarmee cor-
responderen volgens hem twee zeer algemene termen, de elementaire
deeltjes van beide begrippen. De kosmos bestaat elementair uit momen-
ten en de gedachtenwereld uit relatién. De momenten van de kosmos
corresponderen met de waarnemingen van de onderzoeker, en de rela-
tién van de in de kosmos uitgedrukte gedachten corresponderen met de
logische verbanden die de denker vindt en legt. Hij schreef:
'De onderscheiding in het object tusschen momenten en relatién
is hier met opzet gekozen als de meest algemeene. Mijn doel was
alleen op tweeérlei in het object te wijzen, waarvan het ééne met
ons voorstellingsvermogen correspondeert, het andere met ons
denkvermogen.'
Deze twee vermogens werden in verband gebracht met de ziel en het li-
chaam van de mens. Daarmee komen we uit bij een fundamenteel dua-
lisme in de totaalconceptie van Kuyper.
'Omdat het ik dichotomisch, d.i. zoowel psychisch als somatisch be-
260
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 374 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 374 Pagina's