GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 395

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 395

De Vrije Universiteit van 1905 tot 1955, een halve eeuw geestesgeschiedenis van een civitas academica.

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dooyeweerd in een discussie met Van Peursen 'de enige

toegangspoort tot de verdere onderdelen van de Wijsbegeerte der

Wetsidee.' Deze toegangspoort werd pas bij de vertaling aan De

Wijsbegeerte der Wetsidee toegevoegd. Die poort der transcendentale

kritiek diende dan ook vooral om de discussie met andere filosofen

uit te lokken.

De discussie over de grondslagen van de wijsbegeerte, waarop

Dooyeweerd zo hoge prijs stelde, kwam vooral na de oorlog tot

stand, met name met prof. H. Robbers (1948) en prof. C A . van

Peursen (1959). M.F.J. Marlet (1954), A.L. Conradie (1960) en V.

Brümmer (1961) schreven een proefschrift over de grondvragen, die

Dooyeweerd aan de orde had gesteld. Meer dan alleen

denkcontact, ook denkverwantschap bleek bij mr. G.E. Langemeijer,

prof. Ph. Kohnstamm, dr. J.J. Louët Feisser, prof. A.E. Loen en

prof. A.J. de Sopper. Deze voor een Nederlandse filosoof brede

reactie bleek ook uit de bundel Philosophy and Christianity, die aan

Dooyeweerd bij zijn afscheid in 1965 werd aangeboden.

In 1951, toen Dooyeweerd, VoUenhoven en Waterink alle drie

een kwart eeuw hoogleraar waren geweest, werd aan elk een bundel

opgedragen. In het boek Rechtsgeleerde opstellen, door leerlingen

van Dooyeweerd samengesteld, vinden we echter geen reactie op

zijn filosofie. G. Puchinger karakteriseerde deze bundel daarom in

Polemios als 'Dooyeweerd zonder Dooyeweerd'. Het viel des te

meer op dat in de Feestbundel Prof. Dr. J. Waterink 1926-1951 uit

hetzelfde jaar door de pedagoog Kohnstamm wel op de filosofie

van Dooyeweerd werd ingegaan.

Ph. Kohnstamm, de tot het Christendom bekeerde Joodse

hoogleraar pedagogie van de Gemeente-universiteit Amsterdam, had

in zijn felicitatiebrief bij de benoeming van Dooyeweerd in 1926 al

geschreven: 'Al deel ik op het laatste punt (der medezeggenschap)

niet al de conclusies die Gij uit Uw beginselen trekt, met de

uiteenzetting dier beginselen zelf, zooals ze voorkomen op blzz.

292/93, april 1925, Antirevolutionaire Staatkunde, kan ik mij geheel

vereenigen. In terminologie gaan wij klaarblijkelijk zeer ver uiteen.

Maar ik heb het gevoel dat wij in de zaak veel dichter bijeen staan,

dan het gebruik dat Gij bijvoorbeeld maakt van de woorden

democratie en personalistisch zou doen vermoeden.' In het najaar

van 1941 was de uitgever Elsevier in contact getreden met onder

meer J. Waterink en F.W. Grosheide over een vijfdelig werk, de

389

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's

De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 395

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's